Toyota Auris Hybrid (2018 year). Manual in Dutch — part 2

31

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

WAARSCHUWING

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kan de vloermat van de bestuurder gaan schuiven, wat de
bediening van de pedalen tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor kan de
snelheid plotseling toenemen of kan mogelijk niet geremd worden. Dit kan lei-
den tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.

Wanneer u de vloermat van de bestuurder plaatst

Gebruik geen vloermatten die zijn ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als het gaat om originele Toyota-vloer-
matten.

Gebruik alleen vloermatten die zijn ontworpen voor de bestuurderszijde.

Zet de vloermat altijd vast met behulp van de meegeleverde klemhaken
(clips).

Leg nooit twee of meer vloermatten boven op elkaar.

Bevestig de vloermat niet met de onderzijde naar boven of in de verkeerde
richting.

Voordat u gaat rijden

Controleer of de vloermat stevig op de
juiste plaats is bevestigd met alle mee-
geleverde klemhaken (clips). Voer deze
controle altijd uit nadat de vloer van de
auto is gereinigd.

Zet het hybridesysteem UIT en de
selectiehendel in stand P en trap elk
pedaal helemaal in, om er zeker van te
zijn dat de vloermat de bediening van
de pedalen niet hindert.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 31 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

32

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HV_HB_EE

Pas de hoek van de rugleuning
zo aan dat u rechtop zit en niet
voorover hoeft te leunen om te
kunnen sturen. (

Blz. 206)

Pas de zitting zo aan dat u de
pedalen helemaal kunt intrap-
pen en dat uw armen licht
gebogen zijn bij de ellebogen
wanneer u het stuurwiel vast-
houdt. (

Blz. 206)

Vergrendel de hoofdsteun met het midden zo dicht mogelijk bij de
bovenkant van uw oren. (

Blz. 210)

Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze. (

Blz. 34)

Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheids-
gordel dragen. (

Blz. 34)

Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is
om de veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
(

Blz. 52)

Een veilig rijgedrag

Om veilig te kunnen rijden, moet u de stoel in de juiste positie
zetten en de spiegels afstellen voordat u gaat rijden.

De juiste houding achter het stuur

1

2

Juist gebruik van de veiligheidsgordels

3

4

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 32 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

33

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt kijken door de binnenspiegel en
de buitenspiegels goed af te stellen. (

Blz. 214, 216)

Afstellen van de spiegels

WAARSCHUWING

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.

Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de controle over de auto verliezen.

Plaats geen kussen tussen de bestuurder of voorpassagier en de rugleu-
ning.
Gebruik van een kussen kan ertoe leiden dat de zithouding niet correct is,
waardoor het effect van de veiligheidsgordel en de hoofdsteun in nega-
tieve zin kan worden beïnvloed.

Plaats geen voorwerpen onder de voorstoelen.
Voorwerpen onder de voorstoelen kunnen klem komen te zitten in de
stoelslede, waardoor de stoelen wellicht niet goed vergrendeld worden. Dit
kan leiden tot een ongeval en ook kan het stelmechanisme beschadigd
raken.

Houd u altijd aan de wettelijke maximumsnelheid wanneer u op de open-
bare weg rijdt.

Neem, wanneer u lange afstanden rijdt, geregeld een pauze voordat u zich
moe begint te voelen.
Als u zich tijdens het rijden moe of slaperig voelt, moet u zichzelf niet
dwingen om verder te rijden, maar direct een pauze nemen.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 33 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

34

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HV_HB_EE

Trek de schoudergordel zo ver
naar buiten dat de gordel goed
tegen de schouder aan ligt en
niet van de schouder af glijdt of
tegen de nek aan ligt.

Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.

Stel de rugleuning af. Ga zo
rechtop mogelijk in de stoel zit-
ten met uw rug stevig tegen de
leuning.

Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit.

Maak de veiligheidsgordel vast
door de gesp in de gordelslui-
ting te drukken totdat u een klik
hoort.
De veiligheidsgordel kan wor-
den losgemaakt door de ont-
grendelknop in te drukken.

Veiligheidsgordels

Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.

Juist gebruik van de veiligheidsgordels

Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel

Ontgrendelknop

1

2

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 34 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

35

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

Duw het schouderbevestigings-
punt omlaag terwijl u de ont-
grendelknop indrukt.
Duw het schouderbevestigings-
punt omhoog.

Zet het bovenste bevestigingspunt
in de gewenste positie en laat het
los als u een klik hoort.

De gordelspanners helpen bij het
op hun plaats houden van de inzit-
tenden doordat ze de gordels snel
strak tegen het lichaam aan trek-
ken bij bepaalde soorten zware
frontale aanrijdingen en aanrijdin-
gen van opzij.

De gordelspanners worden niet
geactiveerd bij lichtere frontale
aanrijdingen of aanrijdingen van
opzij, bij aanrijdingen van achte-
ren of wanneer de auto over de
kop slaat.

Blokkeerautomaat (ELR)

De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als u zeer krachtig remt of betrok-
ken raakt bij een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook in werking treden
als u te snel vooroverbuigt. Door rustig te bewegen kan de veiligheidsgordel
afrollen, zodat u vrij kunt bewegen.

Gebruik van veiligheidsgordels door kinderen

De veiligheidsgordels van uw auto zijn in principe ontworpen voor gebruik
door volwassenen.

Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen. (

Blz. 52)

Als het kind groot genoeg is om de veiligheidsgordel op een juiste manier te
dragen, volg dan de instructies met betrekking tot het gebruik van de veilig-
heidsgordel op. (

Blz. 34)

Afstellen van de hoogte van het schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel (voorstoelen)

1

2

Gordelspanners (voorstoelen)

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 35 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

36

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HV_HB_EE

Vervangen van de veiligheidsgordel als de gordelspanner geactiveerd is
geweest (voorstoelen)

Als de auto betrokken is bij meerdere aanrijdingen, wordt de gordelspanner
geactiveerd voor de eerste aanrijding, maar niet voor de tweede of voor vol-
gende aanrijdingen.

Wetgeving met betrekking tot veiligheidsgordels

Als er in het land waarin u woont regels zijn voor veiligheidsgordels, neem
dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het ver-
vangen of plaatsen van veiligheidsgordels.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 36 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

37

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

WAARSCHUWING

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de kans op letsel bij
plotseling remmen, plotseling uitwijken of een ongeval te beperken.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.

Dragen van een veiligheidsgordel

Zorg ervoor dat alle inzittenden de veiligheidsgordel dragen.

Draag de veiligheidsgordel altijd op de juiste manier.

Elke veiligheidsgordel mag maar door één persoon worden gebruikt.
Gebruik een veiligheidsgordel niet voor twee personen tegelijk, ook niet
als de tweede persoon een kind is.

Toyota beveelt aan dat kinderen op de achterstoel plaatsnemen en altijd
op de juiste manier gebruikmaken van de veiligheidsgordels en het baby-
of kinderzitje.

Laat om de juiste zitpositie in te stellen de rugleuning niet verder achter-
over hellen dan nodig is. De veiligheidsgordels zijn het meest effectief als
de inzittenden rechtop en goed tegen de rugleuning zitten.

Draag de schoudergordel niet onder uw arm.

Draag de veiligheidsgordel altijd laag en goed aansluitend over uw heu-
pen.

Zwangere vrouwen

Win medisch advies in en draag de vei-
ligheidsgordel op de juiste manier.
(

Blz. 34)

Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op
dezelfde manier dragen als de andere
inzittenden, zo laag mogelijk over het
bekken, de schoudergordel helemaal uit-
trekken over de schouder en ervoor zor-
gen dat de gordel niet over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de
zwangere vrouw zelf, maar ook het onge-
boren kind ernstig letsel oplopen bij plot-
seling remmen of een aanrijding.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 37 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

38

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HV_HB_EE

WAARSCHUWING

Mensen met fysieke beperkingen

Win medisch advies in en draag de veiligheidsgordel op de juiste manier.
(

Blz. 34)

Als er kinderen in de auto aanwezig zijn

Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de
gordel dan door met een schaar.

Gordelspanners (voorstoelen)

Het waarschuwingslampje SRS gaat branden als een gordelspanner is
geactiveerd. De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer worden gebruikt
en moet worden vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.

Verstelbaar schouderbevestigingspunt (voorstoelen)

Zorg ervoor dat de gordel goed over het midden van de schouder ligt. De
gordel mag niet tegen de nek aanliggen, maar ook niet van uw schouder
afglijden. Als u hier niet voor zorgt, wordt de mate van bescherming bij plot-
seling remmen, uitwijken of een ongeval minder en de kans op ernstig letsel
groter. (

Blz. 35)

Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels

Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doordat de
riem, de gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het portier en de
carrosserie.

Controleer het veiligheidsgordelsysteem regelmatig. Let op beschadigin-
gen, zoals scheuren en rafels, en op losse onderdelen. Gebruik een
beschadigde veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo snel mogelijk ver-
vangen. Een beschadigde veiligheidsgordel kan de veiligheid van de des-
betreffende inzittende niet waarborgen.

Controleer of de gordel en de gesp vergrendeld zijn en of de gordel niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de veiligheidsgordel niet goed werkt.

Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgordels, vervangen als de auto
betrokken is geweest bij een ernstig ongeval, ook al is er geen zichtbare
schade.

Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijderen, wijzigen,
demonteren of af te voeren. Laat reparaties altijd uitvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Als de veiligheidsgordels
niet op de juiste wijze worden gebruikt, werken ze mogelijk niet meer naar
behoren.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 38 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

39

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

Airbags voor

Bestuurdersairbag/voorpassagiersairbag
Helpen het hoofd en de borst van de bestuurder en de voorpas-
sagier te beschermen tegen contact met onderdelen van het
interieur
SRS knie-airbag bestuurder
Helpt de bestuurder te beschermen

Side airbags en curtain airbags

Side airbags voor
Helpen het bovenlichaam van de voorste inzittenden te beschermen
Curtain airbags
Beschermen primair het hoofd van de inzittenden op de buiten-
ste zitplaatsen

Airbags

De SRS-airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt
bij bepaalde soorten zware aanrijdingen, die zouden kunnen lei-
den tot ernstig letsel voor de inzittenden. Ze werken samen met
de veiligheidsgordels om de kans op ernstig letsel te beperken.

1

2

3

4

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 39 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

40

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HV_HB_EE

De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierbo-
ven afgebeeld. Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de
airbag-ECU. Bij het activeren van de airbags zorgt een chemische
reactie in de ontstekingsmechanismen ervoor dat de airbags snel
gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzittenden
te helpen beperken.

Onderdelen SRS-airbagsysteem

Aan/uit-schakelaar airbag
Voorpassagiersairbag
Side airbags voor
Curtain airbags
Controlelampje
PASSENGER AIR BAG
Waarschuwingslampje SRS
Sensoren aanrijding opzij
(achter)

Bestuurdersairbag
Sensoren aanrijding opzij
(voor)
Gordelspanners en
spankrachtbegrenzers
Knie-airbag bestuurder
Sensoren frontale aanrijding
Airbag-ECU

1
2
3
4
5

6
7

8
9

10

11

12
13

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 40 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

41

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

WAARSCHUWING

Voorzorgsmaatregelen airbags

Neem met betrekking tot de airbags de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.

Alle inzittenden dienen hun veiligheidsgordel op de juiste manier te dra-
gen.
De airbags zijn aanvullende middelen die samen met de veiligheidsgor-
dels gebruikt moeten worden.

De bestuurdersairbag wordt met een aanzienlijke kracht geactiveerd,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de bestuurder zich
erg dicht bij de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de airbag zijn de eerste 50 - 75 mm;
door een afstand van minimaal 250 mm tot het stuurwiel aan te houden,
hanteert u een veilige marge. Dit is de afstand gemeten vanaf het midden
van het stuurwiel tot aan uw borstbeen. Als u nu minder dan 250 mm van
de airbag zit, kunt u uw zitpositie op verschillende manieren wijzigen:
• Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog

goed kunnen worden bediend.

• Zet de rugleuning iets achterover.

Hoewel auto's verschillen, verkrijgen veel bestuurders, zelfs met de
bestuurdersstoel helemaal naar voren, de afstand van 250 mm door
simpelweg de rugleuning iets achterover te zetten. Als u door het ach-
terover zetten van uw stoel de weg niet goed meer kunt zien, kunt u een
stevig, niet-glad kussen gebruiken om hoger te zitten, of uw stoel hoger
zetten wanneer uw auto deze mogelijkheid biedt.

• Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor

wijst de airbag naar uw borst in plaats van naar uw hoofd en nek.

De stoel dient te worden afgesteld zoals hierboven aanbevolen, terwijl de
pedalen en het stuurwiel nog steeds goed bediend kunnen worden en u
het instrumentenpaneel nog goed kunt zien.

De voorpassagiersairbag wordt ook met een aanzienlijke kracht geacti-
veerd waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de voorpassa-
gier zich erg dicht bij de airbag bevindt. De voorpassagiersstoel dient zo
ver mogelijk van de airbag af te staan, met de rugleuning rechtop.

Kinderen die niet goed op de stoel zitten en/of niet goed vastzitten, kun-
nen ernstig letsel oplopen door een geactiveerde airbag. Gebruik de veilig-
heidsgordels nooit voor baby's of kleine kinderen, maar zet hen goed vast
in een baby- of kinderzitje. Toyota beveelt ten zeerste aan dat alle kinde-
ren op de achterstoelen plaatsnemen en op de juiste wijze vastzitten. Ach-
terin zitten kinderen veiliger dan op de voorpassagiersstoel. (

Blz. 52)

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 41 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

42

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HV_HB_EE

WAARSCHUWING

Voorzorgsmaatregelen airbags

Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.

Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassa-
gier op schoot zitten.

Sta niet toe dat voorpassagiers voor-
werpen op hun knieën vasthouden.

Leun niet tegen het portier, de dakzijrail
of de voor-, midden- of achterstijl.

Laat niemand op de passagiersstoel
knielen met het hoofd naar het portier
gericht en laat niemand zijn hoofd of
handen buiten de auto steken.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 42 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

43

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

WAARSCHUWING

Voorzorgsmaatregelen airbags

Hang geen kleerhangers of andere harde voorwerpen aan de kleding-
haakjes. Dergelijke voorwerpen kunnen als een projectiel gelanceerd wor-
den en ernstig letsel veroorzaken wanneer de curtain airbags geactiveerd
worden.

Zorg ervoor dat de knie-airbag voor de bestuurder niet door iets wordt
afgedekt.

Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen componenten als het dashboard,
het stuurwielkussen of het onderste
deel van het dashboard.
Dergelijke items kunnen als een projec-
tiel worden gelanceerd als de airbag
voor de bestuurder, de airbag voor de
voorpassagier en de knie-airbag voor
de bestuurder geactiveerd worden.

Bevestig geen voorwerpen aan onder-
delen van de auto, zoals het portier, de
voorruit, de portierruit, de voor- of ach-
terstijl, de dakzijrail en de handgreep.
(Behalve het label voor de snelheidsbe-
perking

Blz. 561)

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 43 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

44

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HV_HB_EE

WAARSCHUWING

Voorzorgsmaatregelen airbags

Gebruik geen accessoires die het gedeelte van de stoel waarin de side
airbags geactiveerd worden, afdekken omdat dat het activeren van de air-
bags negatief kan beïnvloeden. Dergelijke accessoires kunnen tot resul-
taat hebben dat de side airbags niet op de juiste wijze geactiveerd worden,
helemaal niet geactiveerd worden of per ongeluk geactiveerd worden,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.

Oefen geen overmatige kracht uit op delen waarin onderdelen van het air-
bagsysteem aanwezig zijn.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen aan de airbags ontstaan.

Raak onderdelen van het airbagsysteem niet aan direct nadat de airbags
geactiveerd zijn, omdat deze heet kunnen zijn.

Als u na het activeren van de airbags moeilijkheden met de ademhaling
ondervindt, open dan een portier of ruit om frisse lucht binnen te laten of
verlaat de auto als u dat op een veilige manier kunt doen. Als er poeder-
deeltjes op uw huid zijn terechtgekomen, was deze er dan zo snel moge-
lijk af om huidirritatie te voorkomen.

Als de delen van de auto waarin airbags ondergebracht zijn, zoals het
stuurwielkussen en de bekleding van de voor- en achterstijlen, beschadigd
of gescheurd zijn, laat deze dan vervangen door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.

Wijzigingen aan en afvoeren van onderdelen van het SRS-airbagsys-
teem

Voer uw auto niet af en voer geen van onderstaande veranderingen uit zon-
der eerst een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te raadplegen. De
airbags kunnen defect raken of per ongeluk worden geactiveerd (opgebla-
zen), waardoor ernstig letsel kan ontstaan.

Plaatsen, verwijderen, demonteren en repareren van de airbags

Reparaties, wijzigingen, verwijderen of vervangen van het stuurwiel,
instrumentenpaneel, dashboard, stoelen of stoelbekleding, voor-, midden-
en achterstijlen en dakzijrails

Reparaties of wijzigingen aan het voorspatbord, de voorbumper of de zij-
kant van het passagierscompartiment

Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg of lier

Wijzigingen aan de wielophanging van de auto

Plaatsen van elektronische apparatuur als een mobiele tweewegradio
(zend-/ontvanginstallatie) of CD-speler

Wijzigingen aan de auto ten behoeve van mindervaliden

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 44 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

45

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

Als de airbags worden geactiveerd

U kunt lichte schaafplekken, brandwonden, kneuzingen, e.d. oplopen als
gevolg van de zeer hoge snelheid waarmee de airbags worden geactiveerd
door hete gassen.

Er is een luide knal hoorbaar en er komt wit poeder vrij.

Gedurende enkele minuten na het activeren van de airbags kunnen de
onderdelen van de airbagmodule (stuurwielnaaf, afdekkap airbag en ontste-
kingsmechanisme) evenals de voorstoelen, delen van de voor- en achter-
stijlen en de dakzijrail nog heet zijn. De airbag zelf kan ook heet zijn.

De voorruit kan barsten.

Voorwaarden voor activering van de airbags (airbags voor)

De airbags voor worden geactiveerd als een bepaalde drempelwaarde
wordt overschreden (vergelijkbaar met een frontale aanrijding met een snel-
heid van ongeveer 20 - 30 km/h tegen een muur die niet kan bewegen of
vervormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende situaties echter veel hoger lig-
gen:
• Wanneer de auto iets raakt dat kan bewegen en/of vervormen, zoals een

geparkeerde auto of lantaarnpaal

• Wanneer de auto betrokken raakt bij een ongeval waarbij de neus van de

auto onder een vrachtwagen terechtkomt

Afhankelijk van het type aanrijding worden mogelijk alleen de gordelspan-
ners geactiveerd.

Voorwaarden voor activering van de SRS-airbags (SRS side airbags en
curtain airbags)

De SRS-side airbags en curtain airbags worden geactiveerd als een
bepaalde drempelwaarde wordt overschreden (vergelijkbaar met ter plaatse
van het passagierscompartiment aangereden worden met een snelheid van
ongeveer 20 - 30 km/h door een ongeveer 1.500 kg wegend voertuig,
komend vanuit een richting die haaks staat op de positie van de auto).

De curtain airbags worden geactiveerd bij een ernstige frontale aanrijding.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 45 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

46

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HV_HB_EE

Omstandigheden waarbij de airbags geactiveerd kunnen worden, anders
dan bij een aanrijding

De airbags voor en de curtain airbags kunnen ook geactiveerd worden bij
zware stoten tegen de onderkant van de auto. Zie de afbeelding voor een
aantal voorbeelden.

Soorten aanrijdingen waarbij de airbags soms niet geactiveerd worden
(airbags voor)

De airbags voor worden over het algemeen niet geactiveerd bij aanrijdingen
van opzij of van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een frontale
aanrijding op lage snelheid. Maar wanneer een aanrijding voldoende voor-
waartse deceleratie veroorzaakt, wordt de airbag mogelijk geactiveerd.

Soorten aanrijdingen waarbij de side airbags en de curtain airbags
mogelijk niet worden geactiveerd

De side airbags en curtain airbags treden mogelijk niet in werking bij aanrij-
dingen van opzij onder een bepaalde hoek of bij aanrijdingen van opzij waar-
bij het passagierscompartiment niet wordt geraakt.

Raken van een stoeprand of een ander
hard voorwerp

In of over een diepe kuil rijden

Hard neerkomen

Aanrijding van opzij

Aanrijding van achteren

Over de kop slaan

Aanrijding van opzij waarbij het passa-
gierscompartiment niet wordt geraakt

Aanrijding van opzij onder een hoek

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 46 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Была ли эта страница вам полезна?
Да!Нет
Большое спасибо!
Ваше мнение очень важно для нас.

Нет комментариевНе стесняйтесь поделиться с нами вашим ценным мнением.

Текст

Политика конфиденциальности