Toyota Auris (2018 year). Manual in Dutch — part 16

309

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

Omstandigheden waaronder de functie mogelijk niet goed werkt of niet
goed signaleert

In de volgende situaties werkt de RSA niet normaal en worden verkeersbor-
den mogelijk niet herkend, worden onjuiste verkeersborden weergegeven,
enz. Dit duidt echter niet op een storing.

De sensor voor is niet goed uitgelijnd doordat de sensor, enz. is blootge-
steld aan hevige schokken.

Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op de voorruit in de buurt van de sen-
sor voor.

Onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen

Licht van een tegenligger, de zon, enz. dringt de sensor voor binnen.

Het verkeersbord is klein, vuil, vervaagd, gekanteld of krom of, in geval van
een elektronisch verkeersbord, het contrast is slecht.

Het verkeersbord gaat helemaal of gedeeltelijk verscholen achter boombla-
deren, een paal, o.i.d.

Het verkeersbord is alleen voor korte tijd zichtbaar voor de sensor voor.

De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisseling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.

Ook wanneer een verkeersbord niet van toepassing is op de rijstrook waar
op dat moment op wordt gereden, staat dit bord wel direct na een vertakking
van de snelweg of bij een aangrenzende rijstrook net voordat rijstroken
samenkomen.

Er zitten stickers op de achterzijde van de voorligger.

Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt op een verkeersbord dat com-
patibel is met het systeem.

Er wordt met de auto in een land gereden waar het verkeer aan de andere
kant rijdt.

Mogelijk worden verkeersborden met de snelheidslimiet voor parallelwegen
gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in het zicht van de sensor
voor staan) terwijl de auto op de hoofdweg rijdt.

Mogelijk worden verkeersborden met de maximaal toegestane snelheid
voor afslagen van rotondes gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in
het zicht van de sensor voor staan) terwijl de auto op de rotonde rijdt.

De snelheidsinformatie die op het instrumentenpaneel wordt weergegeven
verschilt mogelijk met de informatie die wordt weergegeven op het naviga-
tiesysteem (indien aanwezig) als gevolg van de gebruikte kaartgegevens
van het navigatiesysteem.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 309 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

310

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HB_EE

Rijden in een land met een andere eenheid voor snelheid

Aangezien de RSA verkeersborden herkent aan de hand van de ingestelde
eenheid voor snelheid, is het noodzakelijk om de ingestelde eenheid van het
instrumentenpaneel te wijzigen. Stel de ingestelde eenheid van het instru-
mentenpaneel in op de eenheid van snelheid van de verkeersborden op de
actuele locatie. (

Blz. 663)

In-/uitschakelen van het systeem

Weergave verkeersbord snelheidslimiet

Als het contact de laatste keer UIT werd gezet terwijl er een verkeersbord
met de maximaal toegestane snelheid op het multi-informatiedisplay werd
weergegeven, wordt datzelfde verkeersbord weer weergegeven wanneer het
contact AAN wordt gezet.

Als op het multi-informatiedisplay “Check RSA System” (controleer
RSA-systeem) wordt weergegeven

Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw auto direct con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Persoonlijke voorkeursinstellingen

De instellingen voor het waarschuwingsdisplay, de waarschuwingszoemer

*

,

de drempelwaarde voor de waarschuwing voor te hard rijden, enz. kunnen
worden gewijzigd. (Systeem met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeurs-
instellingen:

Blz. 663)

*

: Als de snelheidslimiet met aanvullend teken wordt overschreden, werkt de

waarschuwingszoemer niet.

Selecteer

op het instelscherm

(

Blz. 125)

Druk op de Enter/Set-toets van de
bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel.

WAARSCHUWING

Voordat u de RSA gebruikt

Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-systeem. De RSA is een systeem dat
de bestuurder ondersteunt middels het bieden van informatie, maar het is
geen vervanging van het eigen inzicht en de oplettendheid van de bestuur-
der. Rijd voorzichtig door altijd goed op de verkeersregels te letten.
Onjuist of nalatig rijgedrag kan resulteren in een ongeval.

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 310 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

311

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

Wanneer de selectiehendel in stand D of M staat

Uitzetten van de motor

Trap terwijl u met de selectie-
hendel in stand D of M rijdt het
rempedaal in en breng de auto
tot stilstand.

Het controlelampje van het Stop
& Start-systeem gaat branden.

Opnieuw starten van de motor

Laat het rempedaal los.

Het controlelampje van het Stop & Start-systeem gaat uit.

Stop & Start-systeem (Smart Stop)

: Indien aanwezig

Het Stop & Start-systeem schakelt de motor uit en start deze
weer overeenkomstig de bediening van het rempedaal en de
selectiehendel (auto's met Multidrive CVT) of het koppelingspe-
daal (auto's met handgeschakelde transmissie) als de auto tot
stilstand wordt gebracht.

Werking Stop & Start-systeem (auto's met Multidrive CVT)

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 311 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

312

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

Wanneer de selectiehendel in stand P of N staat

Uitzetten van de motor

Trap het rempedaal in en
breng de auto tot stilstand.
Zet de selectiehendel in
stand P of N. (

Blz. 248)

Het controlelampje van het Stop
& Start-systeem gaat branden.
Als de selectiehendel in stand P
of N wordt gezet vanuit stand D
of M terwijl de motor door het
Stop & Start-systeem is uitgezet,
blijft de motor uitgeschakeld.

Opnieuw starten van de motor

Zet de selectiehendel in stand D, M of R. (

Blz. 248)

Houd het rempedaal ingetrapt bij het bedienen van de selectiehendel.
Het controlelampje van het Stop & Start-systeem gaat uit.

Uitzetten van de motor

Trap het rempedaal in terwijl
het koppelingspedaal geheel
ingetrapt is en breng de auto
tot stilstand.
Zet de selectiehendel in
stand N (

Blz. 255) en laat

het koppelingspedaal los.

Het controlelampje van het Stop
& Start-systeem gaat branden.

Opnieuw starten van de motor

Controleer of de selectiehendel in stand N staat en trap het koppe-
lingspedaal in.

Het controlelampje van het Stop & Start-systeem gaat uit.

1

2

Werking Stop & Start-systeem
(auto's met handgeschakelde transmissie)

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 312 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

313

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te scha-
kelen.

Het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem gaat bran-
den.
Als nogmaals op de toets wordt
gedrukt, wordt het Stop & Start-
systeem weer ingeschakeld en
gaat het controlelampje uitgescha-
keld Stop & Start-systeem uit.

Automatisch opnieuw inschakelen van het Stop & Start-systeem

Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop

Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch
weer worden ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat
het contact UIT is gezet.

Auto's met Smart entry-systeem en startknop

Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch
weer worden ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat
het contact UIT is gezet.

Als op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt
gedrukt terwijl de auto stilstaat

Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, kunt u de
motor weer starten door op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem te drukken.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld), zal de motor
niet worden uitgezet.

Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld en op de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem wordt gedrukt, wordt het
systeem weer ingeschakeld, maar zal de motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is ingeschakeld), zal de motor
worden uitgezet.

Uitschakelen van het Stop & Start-systeem

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 313 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

314

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

Als de motor wordt uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem wan-
neer de auto op een helling rijdt, worden de remmen nog enige tijd
bekrachtigd om te voorkomen dat de auto achteruitrolt voordat de
motor weer wordt gestart en er aandrijfkracht wordt gegenereerd.
Als er aandrijfkracht wordt gegenereerd, wordt de vastgehouden rem-
kracht automatisch uitgeschakeld.

Deze functie werkt zowel op vlakke oppervlakken als op steile hel-
lingen.

De remmen kunnen geluid maken, maar dit duidt niet op een sto-
ring.

De reactie van het rempedaal kan veranderen en er kunnen trillin-
gen aanwezig zijn, maar dit duidt niet op een storing.

Werkingsvoorwaarden

Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
• Auto's met Multidrive CVT: Het rempedaal wordt stevig ingetrapt.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectiehendel staat in een andere stand

dan R.

is uit.

• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• Auto's met Multidrive CVT: Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
• Auto's met handgeschakelde transmissie: Het koppelingspedaal wordt

niet ingetrapt.

• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• Auto's met handgeschakelde transmissie: De selectiehendel staat in

stand N.

• De motorkap is gesloten.

Hill Start Assist Control (auto's met Multidrive CVT)

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 314 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

315

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een storing van het
Stop & Start-systeem.
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur

hoog of laag is.

• De accu is niet voldoende opgeladen of wordt opgeladen.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• Auto's met Multidrive CVT: De auto staat stil op een steile helling.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Door verkeersdrukte of andere omstandigheden komt de auto veelvuldig

tot stilstand.

• De auto rijdt op grote hoogte.
• De temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof is

extreem laag of hoog.

• De temperatuur van de accuvloeistof is extreem laag of hoog.
• De accu is kortgeleden vervangen of de accupolen zijn kortgeleden los-

genomen geweest.

• Auto's met extra verwarming: De extra verwarming wordt gebruikt.

Onder de volgende omstandigheden wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem. (Rijd met de
auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld.

wordt ingeschakeld.

• Het stuurwiel wordt bediend.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectiehendel wordt vanuit stand R in

stand D of M gezet.

• Auto's met Multidrive CVT: De selectiehendel wordt vanuit stand D, M of

R in stand P of N gezet.

• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• Auto's met Multidrive CVT: Het gaspedaal wordt ingetrapt.
• De uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt ingedrukt.
• De auto begint te rollen op een helling.
• Auto's met extra verwarming: De extra verwarming wordt ingeschakeld.

Onder de volgende omstandigheden wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem. (Rijd met de
auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
• Het rempedaal wordt pompend of diep ingetrapt.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De laadtoestand van de accu is onvoldoende.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 315 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

316

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

Motorkap

Auto's met Multidrive CVT: Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-
systeem terwijl de selectiehendel in stand D of M staat en de motorkap
wordt geopend, slaat de motor af en kan de motor niet worden gestart door
de automatische motorstartfunctie. Start in dat geval de motor volgens de
normale startprocedure. (

Blz. 234, 238)

Auto's met Multidrive CVT: Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-
systeem terwijl de selectiehendel in stand P of N staat en de motorkap wordt
geopend, wordt de motor automatisch weer gestart.

Auto's met handgeschakelde transmissie: Als de motor is uitgezet door het
Stop & Start-systeem en de motorkap wordt geopend, slaat de motor af en
kan de motor niet worden gestart door de automatische motorstartfunctie.
Start in dat geval de motor volgens de normale startprocedure.
(

Blz. 234, 238)

Als de motorkap wordt gesloten nadat de motor is gestart terwijl de motor-
kap was geopend, werkt het Stop & Start-systeem niet. Sluit de motorkap,
zet het contact UIT, wacht ten minste 30 seconden en start vervolgens de
motor.

Gebruik van het Stop & Start-systeem

Auto's met handgeschakelde transmissie: Als de motor wordt uitgezet door
het Stop & Start-systeem en de selectiehendel in een andere stand dan N
wordt gezet terwijl het koppelingspedaal niet is ingetrapt, klinkt er een zoe-
mer en gaat het controlelampje van het Stop & Start-systeem knipperen. Dit
geeft aan dat de motor alleen is uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem en niet helemaal is uitgezet.

Gebruik het Stop & Start-systeem wanneer de auto tijdelijk wordt stilgezet,
bijvoorbeeld bij verkeerslichten of kruispunten. Zet de motor volledig uit
wanneer de auto voor langere tijd wordt stilgezet.

Wanneer het systeem niet werkt, wordt geannuleerd of een storing heeft,
worden waarschuwingsmeldingen (alleen auto's met een instrumentenpa-
neel met 2 meters) en een waarschuwingszoemer gebruikt om de bestuur-
der te informeren. (

Blz. 319)

Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Als de motor is uitgezet door
het Stop & Start-systeem en de startknop wordt ingedrukt, slaat de motor af
en kan de motor niet worden gestart door de automatische motorstartfunc-
tie. Start in dat geval de motor volgens de normale startprocedure.
(

Blz. 234, 238)

Wanneer de motor wordt herstart door het Stop & Start-systeem, is de
accessoireaansluiting mogelijk tijdelijk niet bruikbaar. Dit duidt echter niet op
een storing.

Het plaatsen en verwijderen van elektrische onderdelen en draadloze appa-
raten is mogelijk van invloed op het Stop & Start-systeem. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 316 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

317

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

Als de voorruit is beslagen terwijl de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem

Schakel

in. (De motor wordt gestart door de automatische startfunctie

van de motor.):

Blz. 439

Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem om het systeem uit te schakelen.

Airconditioning terwijl de motor door het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld

Wanneer de motor is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem, wordt de
airconditioning (koelen, verwarmen en ontvochtigen) tijdelijk uitgeschakeld en
wordt er alleen nog lucht geblazen of stopt het systeem met lucht blazen.
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om het Stop & Start-
systeem uit te schakelen, zodat wordt voorkomen dat het airconditioningsys-
teem tijdelijk wordt uitgeschakeld.

Wijzigen van de tijd voor uitschakeling bij stilstand bij ingeschakelde air-
conditioning

De werkingsduur van het Stop & Start-systeem als de airconditioning is inge-
schakeld, kan als volgt worden gewijzigd. (De werkingsduur van het Stop &
Start-systeem als de airconditioning is uitgeschakeld, kan niet worden gewij-
zigd.)

Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters

Instellen door het ingedrukt houden van de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem

Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters

Instellen door het ingedrukt houden van de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem
Telkens wanneer de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem gedu-
rende ten minste 3 seconden ingedrukt wordt gehouden, schakelt het sys-
teem tussen standaard en verlengd. De systeemstatus kan worden

gecontroleerd op het scherm

(Instellingen) van het multi-informatie-

display. (

Blz. 125)

Instellingen op het scherm

(Instellingen) van het multi-informatiedisplay

Blz. 125

Telkens wanneer de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem gedurende ten
minste 3 seconden ingedrukt wordt
gehouden, wordt de werkingsduur
gewijzigd. De actuele instelling wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display.

Standaard
Verlengd

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 317 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

318

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

Beveiligingsfunctie van het Stop & Start-systeem

Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Als het volume van het
audiosysteem hoog staat, wordt het audiosysteem mogelijk automatisch uit-
geschakeld om het stroomverbruik te beperken. Zet als dit gebeurt het con-
tact UIT, wacht gedurende ten minste 3 seconden en zet vervolgens het
contact in stand ACC of AAN om het audiosysteem weer in te schakelen.

Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Als het volume van het audio-
systeem hoog staat, wordt het audiosysteem mogelijk automatisch uitge-
schakeld om het stroomverbruik te beperken. Zet als dit gebeurt het contact
UIT, wacht gedurende ten minste 3 seconden en zet vervolgens het contact
in stand ACC of AAN om het audiosysteem weer in te schakelen.

Het audiosysteem wordt mogelijk niet ingeschakeld wanneer de accukabels
zijn losgenomen en weer aangesloten. Zet als dit gebeurt het contact UIT en
herhaal de onderstaande procedure tweemaal om het audiosysteem nor-
maal in te schakelen.
• Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact AAN en

vervolgens UIT.

• Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact AAN en

vervolgens UIT.

Accu vervangen

Blz. 627

Weergeven van de status van het Stop & Start-systeem

Blz. 123

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 318 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

319

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

Meldingen multi-informatiedisplay (auto's met een instrumentenpaneel
met 2 meters)

In de volgende gevallen kunnen

en een melding worden weergege-

ven op het multi-informatiedisplay.

Wanneer de motor niet kan worden uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem

Melding

Details

“Depress

brake

firmly to activate”
(trap het rempe-
daal ver in om te
activeren)

Het rempedaal wordt niet diep genoeg
ingetrapt.

Als het rempedaal dieper wordt ingetrapt,
werkt het systeem.

“For climate con-
trol” (voor klimaat-
regeling)

• De airconditioning wordt gebruikt wan-

neer de omgevingstemperatuur hoog of
laag is.

Het systeem treedt in werking wanneer het
verschil tussen de ingestelde temperatuur
en de temperatuur in het interieur te klein
is.

is AAN.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 319 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

320

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

“Battery charging”
(accu aan het
opladen)

• De accu is mogelijk bijna leeg.

Het uitschakelen van de motor is tijdelijk
niet mogelijk om voorrang te geven aan
het laden van de accu, maar als de motor
kortstondig draait, wordt het uitschakelen
van de motor toegestaan.

• Mogelijk wordt een onderhoudslaad-

procedure uitgevoerd (Voorbeeld: kort
na het vervangen van de accu of het
verwijderen van de accupolen, enz.)

Wanneer de onderhoudslaadprocedure na
ongeveer 5 - 40 minuten is voltooid, kan
het systeem worden bediend.

• De motor is mogelijk herstart terwijl de

motorkap was geopend.

Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht even en start vervolgens de motor.

• De accu is mogelijk koud.

Wanneer de motor kortstondig draait, kan
het systeem herstellen doordat de tempe-
ratuur in de motorruimte stijgt.

• De accu is mogelijk zeer heet.

Als de motor is uitgeschakeld en u de
motorruimte voldoende laat afkoelen, her-
stelt het systeem.

“For brake system”
(voor remsysteem)

• De auto rijdt op grote hoogte.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is

te laag.

Wanneer het vacuüm van de rembekrach-
tiger een bepaald niveau bereikt, wordt het
systeem ingeschakeld.

“Bonnet open.”
(motorkap open)

De motor is gestart terwijl de motorkap
was geopend.

Sluit om het systeem in te schakelen de
motorkap, zet het contact UIT, wacht even
en start vervolgens de motor.

“Driver seat belt
unbuckled”
(bestuurders-
gordel los)

De veiligheidsgordel van de bestuurder is
niet vastgemaakt.

Melding

Details

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 320 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

321

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

Wanneer de motor automatisch wordt herstart terwijl hij was uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem

Auto's met handgeschakelde transmissie: Wanneer de motor niet kan wor-
den herstart door het Stop & Start-systeem

“Non-dedicated
battery” (niet-spe-
cifieke batterij)
(Alleen 8NR-FTS
motor)

Er is mogelijk een niet-specifieke batterij
voor het Stop & Start-systeem geplaatst.

Het Stop & Start-systeem werkt niet. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.

Melding

Details

Melding

Details

“For climate con-
trol” (voor klimaat-
regeling)

• De airconditioning wordt ingeschakeld

of gebruikt.

is ingeschakeld.

“For brake system”
(voor remsysteem)

Het rempedaal is dieper of pompend
ingetrapt.

Het systeem wordt ingeschakeld als de
motor draait en het vacuüm van de rembe-
krachtiger een bepaald niveau heeft
bereikt.

“Battery charging”
(accu aan het
opladen)

De accu is mogelijk bijna leeg.

De motor wordt herstart om voorrang te
geven aan het laden van de accu. Wan-
neer de motor kortstondig draait, kan het
systeem herstellen.

“Steering wheel
turned.” (stuurwiel
gedraaid)

Er is aan het stuurwiel gedraaid.

“Bonnet open.”
(motorkap open)

De motorkap is geopend.

“Driver seat belt
unbuckled”
(bestuurders-
gordel los)

De bestuurdersgordel is losgemaakt.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 321 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

322

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

Als “Stop & Start system malfunction. Inspect at dealer.” (Storing Stop &
Start-systeem. Laat systeem door de dealer controleren) wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay (auto's met een instrumentenpa-
neel met 2 meters)

Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Als het controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem blijft knippe-
ren

Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Melding

Details

“Stop & Start sys-
tem active. Shift to
N and depress
clutch to restart.”
(Stop & Start-sys-
teem actief. Scha-
kel naar N en trap
koppeling in om
opnieuw te star-
ten.)

De selectiehendel is vanuit stand N in een
andere stand gezet zonder dat het koppe-
lingspedaal was ingetrapt.

Zet om de motor te kunnen herstarten de
selectiehendel in stand N en trap vervol-
gens het koppelingspedaal in.

WAARSCHUWING

Als het Stop & Start-systeem is ingeschakeld

Auto's met Multidrive CVT: Trap het rempedaal in en activeer indien nodig
de parkeerrem als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem (het
controlelampje van het Stop & Start-systeem brandt).

Auto's met handgeschakelde transmissie: Houd de selectiehendel in stand
N, trap het rempedaal in en activeer indien nodig de parkeerrem als de
motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem (het controlelampje van
het Stop & Start-systeem brandt).

Laat niemand de auto verlaten als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem (zolang het controlelampje van het Stop & Start-systeem
brandt).
Anders kan door de automatische motorstartfunctie een ongeval ontstaan.

Zorg ervoor dat de motor niet wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem
als de auto zich in een slecht geventileerde ruimte bevindt. Anders kan de
motor worden gestart door de automatische motorstartfunctie, waardoor er
uitlaatgassen in de auto terecht kunnen komen die zeer schadelijk kunnen
zijn voor de gezondheid.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 322 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

323

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

4

Rij
den

OPMERKING

Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt

In onderstaande gevallen werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet
goed. Laat de auto controleren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.

Het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuurder en
voorpassagier knippert, terwijl de veiligheidsgordel van de bestuurder is
vastgemaakt.

Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder niet is vastgemaakt,
gaat het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuur-
der en voorpassagier niet branden.

Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters: Zelfs wanneer het
bestuurdersportier is gesloten, gaat het waarschuwingslampje open por-
tier/achterklep branden of gaat de interieurverlichting branden wanneer de
schakelaar van de interieurverlichting in de stand DOOR staat.

Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters: Zelfs wanneer het
bestuurdersportier is gesloten, wordt de waarschuwing open portier/ach-
terklep weergegeven op het multi-informatiedisplay of gaat de interieurver-
lichting branden wanneer de schakelaar van de interieurverlichting in de
stand DOOR staat.

Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters: Zelfs wanneer het
bestuurdersportier is geopend, gaat het waarschuwingslampje open por-
tier/achterklep niet branden of gaat de interieurverlichting niet branden
wanneer de schakelaar van de interieurverlichting de schakelaar van de
interieurverlichting in de stand DOOR staat.

Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters: Zelfs wanneer het
bestuurdersportier is geopend, wordt de waarschuwing open portier/ach-
terklep niet weergegeven op het multi-informatiedisplay of gaat de inte-
rieurverlichting niet branden wanneer de schakelaar van de
interieurverlichting in de stand DOOR staat.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 323 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

324

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HB_EE

Met de cruise control kan een ingestelde snelheid worden vastgehou-
den zonder dat hiervoor het gaspedaal hoeft te worden bediend.

Controlelampjes
Cruise control-schakelaar

Cruise control

: Indien aanwezig

Overzicht van functies

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 324 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Была ли эта страница вам полезна?
Да!Нет
2 посетителя считают эту страницу полезной.
Большое спасибо!
Ваше мнение очень важно для нас.

Нет комментариевНе стесняйтесь поделиться с нами вашим ценным мнением.

Текст

Политика конфиденциальности