Toyota Auris (2018 year). Manual in Dutch — part 3

47

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Voorzorgsmaatregelen airbags

Hang geen kleerhangers of andere harde voorwerpen aan de kleding-
haakjes. Dergelijke voorwerpen kunnen als een projectiel gelanceerd wor-
den en ernstig letsel veroorzaken wanneer de curtain airbags geactiveerd
worden.

Auto's zonder knie-airbag voor de
bestuurder: Bevestig niets aan en laat
niets rusten tegen componenten als het
dashboard of het stuurwielkussen.
Alles wat op deze componenten beves-
tigd is of er tegenaan rust, kan als een
projectiel worden gelanceerd als de
bestuurdersairbag en de voorpassa-
giersairbag geactiveerd worden.
Auto's met knie-airbag voor de bestuur-
der: Bevestig niets aan en laat niets rus-
ten tegen componenten als het
dashboard, het stuurwielkussen of het
onderste deel van het dashboard.
Dergelijke items kunnen als een projec-
tiel worden gelanceerd als de airbag
voor de bestuurder, de airbag voor de
voorpassagier en de knie-airbag voor
de bestuurder geactiveerd worden.

Bevestig geen voorwerpen aan onder-
delen van de auto, zoals het portier, de
voorruit, de portierruit, de voor- of ach-
terstijl, de dakzijrail en de handgreep.
(Behalve het label voor de snelheidsbe-
perking

Blz. 606)

Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop en met knie-airbag voor de
bestuurder: Bevestig geen zware,
scherpe of harde voorwerpen zoals
sleutels of accessoires aan de contacts-
leutel. De voorwerpen kunnen het
opblazen van de knie-airbag voor de
bestuurder hinderen, of weggeslingerd
worden in de richting van de bestuur-
dersstoel door de kracht waarmee de
airbag wordt geactiveerd en gevaar
opleveren.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 47 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

48

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Voorzorgsmaatregelen airbags

Auto's met knie-airbag voor de bestuurder: Verwijder een eventueel aan-
wezige afdekking op de plaats waar de knie-airbag voor de bestuurder uit
het dashboard komt.

Gebruik geen accessoires die het gedeelte van de stoel waarin de side
airbags geactiveerd worden, afdekken omdat dat het activeren van de air-
bags negatief kan beïnvloeden. Dergelijke accessoires kunnen tot resul-
taat hebben dat de side airbags niet op de juiste wijze geactiveerd worden,
helemaal niet geactiveerd worden of per ongeluk geactiveerd worden,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.

Oefen geen overmatige kracht uit op delen waarin onderdelen van het air-
bagsysteem aanwezig zijn.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen aan de airbags ontstaan.

Raak onderdelen van het airbagsysteem niet aan direct nadat de airbags
geactiveerd zijn, omdat deze heet kunnen zijn.

Als u na het activeren van de airbags moeilijkheden met de ademhaling
ondervindt, open dan een portier of ruit om frisse lucht binnen te laten of
verlaat de auto als u dat op een veilige manier kunt doen. Als er poeder-
deeltjes op uw huid zijn terechtgekomen, was deze er dan zo snel moge-
lijk af om huidirritatie te voorkomen.

Als de delen van de auto waarin airbags ondergebracht zijn, zoals het
stuurwielkussen en de bekleding van de voor- en achterstijlen, beschadigd
of gescheurd zijn, laat deze dan vervangen door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.

Wijzigingen aan en afvoeren van onderdelen van het SRS-airbagsys-
teem

Voer uw auto niet af en voer geen van onderstaande veranderingen uit zon-
der eerst een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te raadplegen. De
airbags kunnen defect raken of per ongeluk worden geactiveerd (opgebla-
zen), waardoor ernstig letsel kan ontstaan.

Plaatsen, verwijderen, demonteren en repareren van de airbags

Reparaties, wijzigingen, verwijderen of vervangen van het stuurwiel,
instrumentenpaneel, dashboard, stoelen of stoelbekleding, voor-, midden-
en achterstijlen en dakzijrails

Reparaties of wijzigingen aan het voorspatbord, de voorbumper of de zij-
kant van het passagierscompartiment

Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg of lier

Wijzigingen aan de wielophanging van de auto

Plaatsen van elektronische apparatuur als een mobiele tweewegradio
(zend-/ontvanginstallatie) of CD-speler

Wijzigingen aan de auto ten behoeve van mindervaliden

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 48 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

49

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

Als de airbags worden geactiveerd

U kunt lichte schaafplekken, brandwonden, kneuzingen, e.d. oplopen als
gevolg van de zeer hoge snelheid waarmee de airbags worden geactiveerd
door hete gassen.

Er is een luide knal hoorbaar en er komt wit poeder vrij.

Gedurende enkele minuten na het activeren van de airbags kunnen de
onderdelen van de airbagmodule (stuurwielnaaf, afdekkap airbag en ontste-
kingsmechanisme) evenals de voorstoelen, delen van de voor- en achter-
stijlen en de dakzijrail nog heet zijn. De airbag zelf kan ook heet zijn.

De voorruit kan barsten.

Voorwaarden voor activering van de airbags (airbags voor)

De airbags voor worden geactiveerd als een bepaalde drempelwaarde
wordt overschreden (vergelijkbaar met een frontale aanrijding met een snel-
heid van ongeveer 20 - 30 km/h tegen een muur die niet kan bewegen of
vervormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende situaties echter veel hoger lig-
gen:
• Wanneer de auto iets raakt dat kan bewegen en/of vervormen, zoals een

geparkeerde auto of lantaarnpaal

• Wanneer de auto betrokken raakt bij een ongeval waarbij de neus van de

auto onder een vrachtwagen terechtkomt

Afhankelijk van het type aanrijding worden mogelijk alleen de gordelspan-
ners geactiveerd.

Voorwaarden voor activering van de SRS-airbags (SRS side airbags en
curtain airbags)

De SRS-side airbags en curtain airbags worden geactiveerd als een
bepaalde drempelwaarde wordt overschreden (vergelijkbaar met ter plaatse
van het passagierscompartiment aangereden worden met een snelheid van
ongeveer 20 - 30 km/h door een ongeveer 1.500 kg wegend voertuig,
komend vanuit een richting die haaks staat op de positie van de auto).

De curtain airbags worden geactiveerd bij een ernstige frontale aanrijding.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 49 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

50

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

Omstandigheden waarbij de airbags geactiveerd kunnen worden, anders
dan bij een aanrijding

De airbags voor en de curtain airbags kunnen ook geactiveerd worden bij
zware stoten tegen de onderkant van de auto. Zie de afbeelding voor een
aantal voorbeelden.

Soorten aanrijdingen waarbij de airbags soms niet geactiveerd worden
(airbags voor)

De airbags voor worden over het algemeen niet geactiveerd bij aanrijdingen
van opzij of van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een frontale
aanrijding op lage snelheid. Maar wanneer een aanrijding voldoende voor-
waartse deceleratie veroorzaakt, wordt de airbag mogelijk geactiveerd.

Soorten aanrijdingen waarbij de side airbags en de curtain airbags
mogelijk niet worden geactiveerd

De side airbags en curtain airbags treden mogelijk niet in werking bij aanrij-
dingen van opzij onder een bepaalde hoek of bij aanrijdingen van opzij waar-
bij het passagierscompartiment niet wordt geraakt.

Raken van een stoeprand of een ander
hard voorwerp

In of over een diepe kuil rijden

Hard neerkomen

Aanrijding van opzij

Aanrijding van achteren

Over de kop slaan

Aanrijding van opzij waarbij het passa-
gierscompartiment niet wordt geraakt

Aanrijding van opzij onder een hoek

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 50 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

51

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

De side airbags treden over het algemeen niet in werking bij aanrijdingen van
voren of van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een aanrijding van
opzij op lage snelheid.

De curtain airbags treden over het algemeen niet in werking bij aanrijdingen
van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een aanrijding van opzij of
bij een frontale aanrijding op lage snelheid.

Wanneer moet u contact opnemen met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige?

In de volgende gevallen zal controle en/of reparatie van de auto nodig zijn.
Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.

Nadat een of meer airbags zijn geactiveerd.

Aanrijding van voren

Aanrijding van achteren

Over de kop slaan

Aanrijding van achteren

Over de kop slaan

De voorzijde van de auto is beschadigd
of vervormd of de auto was betrokken bij
een ongeval dat niet van zodanige aard
was dat de airbags voor werden geacti-
veerd.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 51 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

52

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omlig-
gende gebied of bij een ongeval dat niet
van zodanige aard was dat de side air-
bags en curtain airbags werden geacti-
veerd.

Auto's zonder knie-airbag voor de
bestuurder: Bij krassen, scheuren of
andere beschadigingen in het middelste
deel van het stuurwiel of het dashboard
bij de voorpassagiersairbag.
Auto's met knie-airbag voor de bestuur-
der: Bij krassen, scheuren of andere
beschadigingen in het middelste deel
van het stuurwiel of het dashboard bij de
afdekkap van de voorpassagiersairbag
of het onderste gedeelte van het instru-
mentenpaneel.

Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen aan de zijkant van de leuning
van een voorstoel met een side airbag.

Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen in het deel van de voor- en ach-
terstijl en de daklijstbekleding met de
curtain airbags.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 52 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

53

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

Controlelampje
PASSENGER AIR BAG

Auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop: De controlelampjes
PASSENGER AIR BAG en ON
gaan branden als het airbagsys-
teem is ingeschakeld en gaan na
ongeveer 60 seconden uit (alleen
als het contact AAN staat).
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop:

De

controlelampjes

PASSENGER AIR BAG en ON
gaan branden als het airbagsys-
teem is ingeschakeld en gaan na
ongeveer 60 seconden uit (alleen
als het contact AAN staat).

Aan/uit-schakelaar airbag

Aan/uit-schakelaar airbag

Met dit systeem kan de voorpassagiersairbag worden uitgescha-
keld.
Schakel deze airbag alleen uit als er een baby- of kinderzitje op
de voorpassagiersstoel wordt gebruikt.

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 53 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

54

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

Auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop: Steek de sleu-
tel in de slotcilinder en zet de
slotcilinder in stand OFF.

Het controlelampje OFF gaat bran-
den (alleen als het contact AAN
staat).

Auto's met Smart entry-systeem
en startknop: Steek de mechani-
sche sleutel in de slotcilinder en
zet de slotcilinder in stand OFF.

Het controlelampje OFF gaat branden (alleen als het contact AAN staat).

Informatie over controlelampje PASSENGER AIR BAG

Als een van de onderstaande problemen optreedt, is er mogelijk een storing
in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.

ON noch OFF gaat branden.

Het controlelampje reageert niet wanneer de aan/uit-schakelaar van de air-
bag van ON naar OFF wordt gezet.

Uitschakelen van de voorpassagiersairbag

WAARSCHUWING

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst

Plaats vanwege veiligheidsredenen het baby- of kinderzitje altijd op een
achterstoel. Als de achterstoel niet kan worden gebruikt, mag de voorstoel
worden gebruikt zo lang de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand OFF
wordt gezet.
Als de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON blijft staan, kan de
kracht die met het activeren (opblazen) van de airbag gepaard gaat, ernstig
letsel veroorzaken.

Als er geen baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel is geplaatst

Controleer of de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON staat.
Als de schakelaar in stand OFF staat, zal de airbag in geval van een onge-
val niet worden geactiveerd, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 54 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

55

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

Het wordt aangeraden om kinderen op de achterstoelen te vervoe-
ren om te voorkomen dat ze per ongeluk tegen onderdelen aanko-
men, zoals de selectiehendel, de ruitenwisserschakelaar, enz.

Gebruik het kinderslot van het achterportier of de blokkeerschake-
laar van de ruitbediening om te voorkomen dat kinderen het portier
openen tijdens het rijden of per ongeluk de elektrisch bedienbare
ruit bedienen.

Laat kleine kinderen geen onderdelen bedienen waarbij lichaams-
delen vast kunnen komen te zitten of bekneld kunnen raken, zoals
de elektrisch bedienbare ruiten, de motorkap, de achterklep, de
stoelen, enz.

Veiligheidsinformatie voor kinderen

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als er kinderen
in de auto aanwezig zijn.
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot
genoeg is om de veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze
te dragen.

WAARSCHUWING

Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in
te schakelen. Daarnaast kunnen kinderen zich bezeren als ze met de ruiten
of andere systemen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de
auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 55 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

56

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

Studies hebben uitgewezen dat het plaatsen van een baby- of kinder-
zitje op de achterstoel veel veiliger is dan op de voorpassagiersstoel.

Kies een baby- of kinderzitje dat past bij uw auto en dat geschikt is
voor de leeftijd en de lengte van het kind.

Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiks-
aanwijzing van de fabrikant van het zitje.
In deze handleiding vindt u algemene aanwijzingen met betrekking
tot het plaatsen. (

Blz. 65)

Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzit-
jes, neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voor het plaatsen van het baby- of kinder-
zitje.

Toyota raadt aan om een zitje te kiezen met het keurmerk
ECE R44.

Baby- en kinderzitjes

Toyota raadt sterk aan gebruik te maken van baby- of
kinderzitjes.

Punten om rekening mee te houden

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 56 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

57

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

Het keurmerk ECE R44 maakt onderscheid tussen 5 groepen baby-
en kinderzitjes:
Groep 0: Minder dan 10 kg (0 - 9 maanden)
Groep 0

+

: Minder dan 13 kg (0 - 2 jaar)

Groep I: 9 - 18 kg (9 maanden - 4 jaar)
Groep II: 15 - 25 kg (4 - 7 jaar)
Groep III: 22 - 36 kg (6 - 12 jaar)
In deze handleiding worden de volgende 3 veelgebruikte typen baby-
of kinderzitjes die kunnen worden vastgezet met de veiligheidsgordel
nader uitgelegd:

Soorten baby- en kinderzitjes

Babyzitje

Kinderzitje

Komt overeen met groep 0 en 0

+

van ECE R44

Komt overeen met groep 0

+

en I

van ECE R44

Zitkussen

Komt overeen met groep II en III
van ECE R44

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 57 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

58

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre een baby- of kinderzitje
in verschillende zitposities kan worden geplaatst.

Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor diverse zitposities

Voorpassagiersstoel

Achterstoel

Aan/uit-schakelaar airbag

AAN

UIT

Buitenste

Midden

0
Minder dan 10 kg
(0 - 9 maanden)

X

Niet

toegestaan

U

*

1

L1

*

1

U

L1

X

0

+

Minder dan 13 kg
(0 - 2 jaar)

X

Niet

toegestaan

U

*

1

L1

*

1

U

L1

X

I
9 - 18 kg
(9 maanden - 4 jaar)

Tegen de

rijrichting in:

X

Niet

toegestaan

U

*

1

U

*

2

X

In de

rijrichting:

UF

*

1

II, III
15 - 36 kg
(4 - 12 jaar)

UF

*

1

U

*

1

U

*

2

L2

*

2

X

Gewichtsgroepen

Zitpositie

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 58 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

59

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
U:

Geschikt voor een “universeel” baby- of kinderzitje dat is goedge-
keurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.

UF: Geschikt voor een in de rijrichting geplaatst “universeel” baby- of

kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichts-
groep.

L1: Geschikt voor een zitje van het type TOYOTA G 0

+

, BABY SAFE

PLUS met VEILIGHEIDSGORDELBEVESTIGING, BASE PLAT-
FORM (0 - 13 kg) dat is goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsgroep.

L2: Geschikt voor een TOYOTA KIDFIX-zitje (15 - 36 kg) dat is goed-

gekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.

X:

Geen geschikte zitpositie voor kinderen in deze gewichtsgroep.

*

1

: Zet de rugleuning van de voorstoel zo ver mogelijk rechtop. Zet de zitting

van de voorstoel helemaal naar achteren.

Verwijder de hoofdsteun indien deze de werking van het zitje hindert.

Auto's met hendel hoogteverstelling: Zet de zitting zo ver mogelijk
omhoog.

Volg deze procedures

• Plaatsen van een babyzitje met steunvoet

Indien de rugleuning in de weg zit wanneer u het babyzitje op de steun-
voet wilt bevestigen, verplaatst u de rugleuning naar achteren tot er vol-
doende ruimte is.

• Plaatsen van een in de rijrichting geplaatst kinderzitje

Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.

• Plaatsen van een zitkussen

Als het kind erg rechtop zit, zet u de rugleuning in een comfortabelere
stand.
Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.

*

2

: Verwijder de hoofdsteun indien deze de werking van het zitje hindert.

De baby- en kinderzitjes die in de tabel genoemd worden, zijn buiten
de EU wellicht niet of moeilijk verkrijgbaar.
Controleer bij baby- of kinderzitjes die niet worden genoemd in de
tabel, of ze geschikt zijn voor gebruik in deze auto. Raadpleeg hier-
voor de fabrikant of de leverancier van het baby- of kinderzitje.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 59 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

60

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre een baby- of kinderzitje
in verschillende zitposities kan worden geplaatst.

Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor diverse zitposities
(met ISOfix-bevestigingssysteem)

Gewichts-

groepen

Grootte-

klasse

Bevestiging

ISOfix-posities

auto

Aanbevolen

baby- en

kinderzitjes

Buitenste zit-

plaatsen achter

Reiswieg

F

ISO/L1

X

-

G

ISO/L2

X

-

(1)

X

-

0
Minder dan
10 kg
(0 - 9 maan-
den)

E

ISO/R1

IL

TOYOTA MINI,

TOYOTA MIDI

(1)

X

-

0

+

Minder dan
13 kg
(0 - 2 jaar)

E

ISO/R1

IL

TOYOTA MINI,

TOYOTA MIDI

D

ISO/R2

IL

C

ISO/R3

IL

(1)

X

-

I
9 - 18 kg
(9 maanden -
4 jaar)

D

ISO/R2

IL

-

C

ISO/R3

IL

B

ISO/F2

IUF

*

, IL

*

TOYOTA MIDI,

TOYOTA DUO+

B1

ISO/F2X

IUF

*

, IL

*

A

ISO/F3

IUF

*

, IL

*

(1)

X

-

II, III
15 - 36 kg
(4 - 12 jaar)

(1)

X

-

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 60 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

61

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

(1) Voor zitjes zonder ISO/XX grootteklasse-indeling (A - G) voor de

gewichtsgroep moet de fabrikant van de auto de voertuigspeci-
fieke ISOfix-baby- of kinderzitje(s) voor elke positie aangeven.

Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
IUF: Geschikt voor een in de rijrichting geplaatst universeel ISOfix-

baby- of kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsgroep.

IL: Geschikt voor een ISOfix-baby- of kinderzitje uit de categorie

“specifiek”, “beperkt” of “semi-universeel” dat is goedgekeurd
voor gebruik in deze gewichtsgroep.

X:

ISOfix-positie niet geschikt voor ISOfix-baby- of kinderzitjes in
deze gewichtsgroep en/of grootteklasse.

*

: Verwijder de hoofdsteun indien deze de werking van het zitje hindert.

Wanneer een TOYOTA MINI of TOYOTA MIDI wordt gebruikt, past u
de steunpoot en de ISOfix-koppelingen als volgt aan:

Vergrendel de steunpoot bij
opening nr. 5.
Vergrendel de ISOfix-koppelin-
gen bij nr. 4 en 5.

Laat niemand plaatsnemen op de middelste zitplaats als de rechter
stoel voor een baby- of kinderzitje wordt gebruikt.
De baby- en kinderzitjes die in de tabel genoemd worden, zijn buiten
de EU wellicht niet of moeilijk verkrijgbaar.
Andere dan de in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes kunnen
eveneens worden gebruikt als zorgvuldig is gecontroleerd of ze
geschikt zijn voor gebruik in uw auto. Raadpleeg hiervoor de fabrikant
of de leverancier van het baby- of kinderzitje.

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 61 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

62

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

Als er een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel wordt
geplaatst

Als u een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel moet gebruiken,
moet u deze stoel als volgt instellen:

Kiezen van een geschikt baby- of kinderzitje

Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.

Als het kind te groot is voor een zitje, laat het dan plaatsnemen op de ach-
terstoel en gebruik de veiligheidsgordel in de auto. (

Blz. 38)

Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop.
Indien de rugleuning in de weg zit wan-
neer u het zitje op de steunvoet wilt
bevestigen, verplaatst u de rugleuning
naar achteren tot er voldoende ruimte
is.

Verwijder de hoofdsteun indien deze de
werking van het zitje hindert.

Zet de stoel in de achterste stand.
Wanneer het kinderzitje niet goed kan
worden geplaatst, omdat het een deel
van het interieur raakt bijvoorbeeld,
past u de positie van de voorstoel en de
stand van de rugleuning aan.

Als het schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich vóór de gor-
delgeleider van het kinderzitje bevindt,
verplaatst u de zitting naar voren.

Auto's met hendel hoogteverstelling: Zet
de zitting zo ver mogelijk omhoog.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 62 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Была ли эта страница вам полезна?
Да!Нет
9 посетителей считают эту страницу полезной.
Большое спасибо!
Ваше мнение очень важно для нас.

Нет комментариевНе стесняйтесь поделиться с нами вашим ценным мнением.

Текст

Политика конфиденциальности