Toyota Auris (2018 year). Manual in Dutch — part 8

152

3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

UK AURIS_HB_EE

Schakelaar centrale vergrendeling

Blz. 149

Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop)

Druk op de toets om de ach-
terklep te ontgrendelen.

Het portier kan gedurende 3
seconden na het vergrendelen
niet worden ontgrendeld.

Druk op de toets om de ach-
terklep te vergrendelen.

Controleer of het portier goed
vergrendeld is.

Afstandsbediening

Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop

Vergrendelen van alle portie-
ren

Controleer of het portier goed
vergrendeld is.

Ontgrendelen van de achter-
klep

Auto's met Smart entry-systeem en startknop

Blz. 146

Sleutel

Blz. 147

Achterklep

De achterklep kan op de volgende manieren vergrendeld/ont-
grendeld en geopend worden.

Ontgrendelen en vergrendelen van de achterklep

1

2

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 152 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

153

3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

UK AURIS_HB_EE

3

Bedi

eni
ng van elk on

derde

el

Trek de achterklep omhoog terwijl
u de schakelaar achterklep ope-
nen ingedrukt houdt.

De achterklep kan niet direct nadat
de schakelaar achterklep openen
is ingedrukt, worden gesloten.

Feedbacksignalen

De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn ver-
grendeld/ontgrendeld met behulp van de instapfunctie of de afstandsbedie-
ning. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)

Waarschuwingszoemer open portier/achterklep

Als een portier of de achterklep niet goed gesloten is, klinkt er vanaf een rij-
snelheid van 5 km/h een zoemer.
Alleen auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters: Het geopende por-
tier of de openstaande achterklep wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.

Sluiten van de achterklep

Openen van de achterklep

Laat de achterklep zakken met behulp
van de achterklepgreep en druk de ach-
terklep van buitenaf naar beneden om
deze te sluiten.

Let op dat de achterklep bij het sluiten
ervan met de handgreep niet opzij
wordt getrokken.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 153 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

154

3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

UK AURIS_HB_EE

Bagageruimteverlichting

De bagageruimteverlichting gaat branden als de achterklep wordt geopend.

Indien het openingssysteem van de achterklep niet werkt

De achterklep kan van binnenuit worden geopend.

Verwijder het kapje met een schroeven-
draaier.
Breng om het kapje te beschermen een
doek aan tussen de sleufkopschroeven-
draaier en het kapje, zoals aangegeven
in de afbeelding.

Beweeg de hendel.

WAARSCHUWING

Wees voorzichtig tijdens het rijden

Zorg ervoor dat de achterklep tijdens het rijden gesloten is.
Als de achterklep open blijft, kan deze tijdens het rijden voorwerpen raken
of kan er bagage uit de bagageruimte vallen, waardoor een ongeval kan
ontstaan.
Bovendien kunnen uitlaatgassen in de auto terechtkomen, hetgeen zeer
schadelijk kan zijn voor de gezondheid. Controleer voordat u wegrijdt of de
achterklep is gesloten.

Zorg er voordat u wegrijdt voor dat de achterklep volledig gesloten is. Als
de achterklep niet volledig gesloten is, kan deze tijdens het rijden open-
gaan, waardoor een ongeval kan ontstaan.

Sta nooit toe dat er personen in de bagageruimte meerijden. In het geval
van plotseling remmen of een aanrijding kunnen ze ernstig letsel oplopen.

1

2

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 154 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

155

3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

UK AURIS_HB_EE

3

Bedi

eni
ng van elk on

derde

el

WAARSCHUWING

Als er kinderen in de auto aanwezig zijn

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.

Laat kinderen niet in de bagageruimte spelen.
Als een kind per ongeluk in de bagageruimte wordt opgesloten, kan het
bevangen worden door de hitte of verwondingen oplopen.

Laat kinderen de achterklep niet openen of sluiten.
De achterklep kan mogelijk onverwachts in beweging komen of er kan een
lichaamsdeel bekneld raken.

Bedienen van de achterklep

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.

Verwijder sneeuw en ijs van de achterklep voordat u deze opent. Als u dat
niet doet, kan de achterklep na het openen plotseling weer dichtvallen.

Controleer voordat u de achterklep opent of sluit zorgvuldig of de omge-
ving veilig is.

Zorg er als er iemand dichtbij staat voor dat deze persoon veilig is en meld
dat u de achterklep gaat openen of sluiten.

Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van de achterklep bij sterke
wind, aangezien de achterklep als gevolg van sterke wind plotseling kan
bewegen.

Als de achterklep niet helemaal wordt
geopend, kan deze plotseling dichtval-
len. Op een helling is het moeilijker om
de achterklep te openen of te sluiten
dan op een horizontale ondergrond. Let
dus op dat de achterklep niet plotseling
vanzelf open- of dichtgaat. Controleer
voordat u de bagageruimte gebruikt of
de achterklep volledig geopend en vei-
lig is.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 155 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

156

3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Trek nooit aan de steun van de achterklepgasdemper om de achterklep te
sluiten en hang niets aan de steun van de gasdemper.
Als dat wel gebeurt, kunnen uw handen bekneld raken of kan de steun van
de achterklepgasdemper afbreken, waardoor een ongeval kan ontstaan.

Als er op de achterklep een fietsendrager of een vergelijkbaar zwaar
onderdeel gemonteerd is, kan de achterklep na het openen plotseling
dichtvallen waardoor lichaamsdelen bekneld kunnen raken en letsel kan
optreden. Wij raden u aan om originele Toyota-onderdelen te gebruiken
wanneer u accessoires op de achterklep wilt monteren.

OPMERKING

Steunen achterklepgasdempers

De achterklep is voorzien van gasdempers die de achterklep op zijn plaats
houden.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kunnen de achterklepgasdempers beschadigd raken, waardoor
deze niet meer werken.

Plaats nooit uw handen op de gasdemper en oefen er geen zijdelingse
krachten op uit.

Let bij het sluiten van de achterklep
goed op dat er geen vingers, enz.
bekneld raken.

Controleer na het sluiten van de achter-
klep altijd of deze goed gesloten is door
er even op te drukken. Als de achter-
klepgreep wordt gebruikt om de achter-
klep volledig te sluiten, kunnen uw
handen of armen bekneld raken.

Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
gasdemper.

Raak de binnenpoot van de gasdemper
nooit aan met handschoenen of andere
stoffen voorwerpen.

Bevestig alleen originele Toyota-acces-
soires aan de achterklep.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 156 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

157

3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

UK AURIS_HB_EE

3

Bedi

eni
ng van elk on

derde

el

Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren (

Blz. 146)

Vergrendelen en ontgrendelen van de achterklep (

Blz. 152)

Starten van de motor (

Blz. 238)

Plaats van antenne

Smart entry-systeem met startknop

: Indien aanwezig

De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als u de
elektronische sleutel bij u hebt, bijvoorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische sleutel altijd bij zich hebben.

Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte

1

2

3

4

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 157 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

158

3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

UK AURIS_HB_EE

Bereik (gebieden waarin de elektronische sleutel wordt gesignaleerd)

Alarmsignalen en waarschuwingen

Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters: Een combinatie van in en
buiten de auto hoorbare zoemers en waarschuwingslampjes zorgt ervoor dat
diefstal van de auto en ongevallen door een onjuiste bediening worden voor-
komen. Neem afhankelijk van het waarschuwingslampje dat gaat branden de
juiste maatregelen. (

Blz. 576)

Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters: Een combinatie van in en
buiten de auto hoorbare zoemers en waarschuwingsmeldingen op het multi-
informatiedisplay zorgen ervoor dat diefstal van de auto en ongevallen door
een onjuiste bediening worden voorkomen. Neem de juiste maatregelen op
basis van de weergegeven melding. (

Blz. 582)

In onderstaande tabel worden de omstandigheden en de correctieprocedures
beschreven in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.

Bij het vergrendelen of ontgrende-
len van de portieren
Het systeem kan worden bediend
als de elektronische sleutel zich
binnen ongeveer 0,7 m van een
van de buitenportiergrepen voor of
de achterklep bevindt. (Alleen de
portieren die de sleutel signaleren,
kunnen worden geopend of geslo-
ten.)

Bij het starten van de motor of het in een andere stand zetten van
het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 158 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

159

3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

UK AURIS_HB_EE

3

Bedi

eni
ng van elk on

derde

el

*

: Auto's met Multidrive CVT

Alarm

Situatie

Correctieprocedure

De buiten de auto hoor-
bare

zoemer

klinkt

gedurende 5 seconden

Auto's met een instru-
mentenpaneel met 3
meters: Er is gepro-
beerd de portieren te
vergrendelen met het
Smart

entry-systeem

met startknop terwijl de
elektronische

sleutel

zich nog in de auto
bevond.

Neem de elektronische
sleutel uit de auto en
vergrendel de portie-
ren opnieuw.

Er is geprobeerd de
auto te vergrendelen
terwijl er nog een por-
tier geopend was.

Sluit alle portieren en
vergrendel ze opnieuw.

De zoemer in het interi-
eur klinkt onafgebroken

Het contact werd in
stand ACC gezet terwijl
het bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier
werd geopend terwijl
het contact in stand
ACC stond).

Zet het contact UIT en
sluit het bestuurders-
portier.

Auto's met een instru-
mentenpaneel met 3
meters: De zoemer in
het interieur klinkt één
keer en de buiten de
auto hoorbare zoemer
klinkt één keer gedu-
rende 5 seconden

Er is geprobeerd een
van de voorportieren te
vergrendelen door een
portier te openen en de
vergrendelknop aan de
binnenzijde in de ver-
grendelstand te zetten,
en het portier vervol-
gens te sluiten door
aan de buitenportier-
greep te trekken terwijl
de elektronische sleutel
zich nog in de auto
bevond.

Neem de elektronische
sleutel uit de auto en
vergrendel de portie-
ren opnieuw.

Auto's met een instru-
mentenpaneel met 3
meters: De zoemer in
het interieur klinkt onaf-
gebroken

*

Het bestuurdersportier
werd geopend terwijl
de selectiehendel niet
in stand P stond en het
contact niet UIT stond.

Zet de selectiehendel
in stand P.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 159 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

160

3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

UK AURIS_HB_EE

Wanneer het controlelampje van het Smart entry-systeem met startknop
geel knippert (auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters) of
“Check Entry & Start System” (controleer Smart entry-systeem met
startknop) op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven (auto's
met een instrumentenpaneel met 2 meters)

Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw auto direct con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Energiebesparende functie

De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de
batterij van de elektronische sleutel en de accu leeg raken wanneer de auto
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.

In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de portieren met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer

binnen een afstand van 2 m van de auto.

• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer

niet gebruikt.

Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer
niet is gebruikt, kunnen de portieren alleen via het bestuurdersportier wor-
den ontgrendeld. Houd in dat geval de greep van het bestuurdersportier
vast of gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de por-
tieren te ontgrendelen.

Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische sleutel

Wanneer de batterijspaarmodus is inge-
schakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radio-
golven door de elektronische sleutel
wordt gestopt.

Druk

twee keer in terwijl u

ingedrukt houdt. Ga na of het controle-
lampje van de elektronische sleutel 4 keer
knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop
kan niet worden gebruikt als de energie-
besparende functie voor de batterij is
ingeschakeld. Druk op een van de toetsen
van de elektronische sleutel om de functie
te annuleren.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 160 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

161

3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

UK AURIS_HB_EE

3

Bedi

eni
ng van elk on

derde

el

Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden

Het Smart entry-systeem met startknop maakt gebruik van zwakke radiogol-
ven. In de volgende situaties kunnen storingen optreden in de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto, waardoor het Smart entry-sys-
teem met startknop, de afstandsbediening en de startblokkering mogelijk niet
goed werken: (Oplossingen:

Blz. 620)

Wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is

In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogol-
ven of elektromagnetische velden aanwezig zijn

Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt

Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voor-
werpen wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's

Als er andere sleutels met afstandsbediening (die radiogolven uitzenden) in
de buurt gebruikt worden

Als u de elektronische sleutel bij u draagt samen met de volgende appara-
ten die radiogolven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto

die radiogolven uitzendt

• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers

Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit zijn
bevestigd

Wanneer de elektronische sleutel in de buurt van een batterijlader of elek-
tronische apparaten wordt gehouden

Aanwijzing voor de instapfunctie

Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportier-

greep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergren-
deld of ontgrendeld.

• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge

plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep
wordt geopend.

• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, de hoedenplank of de

laadvloer, of in een portiervak of het dashboardkastje als de motor wordt
gestart of de stand van de startknop wordt gewijzigd.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 161 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

162

3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

UK AURIS_HB_EE

Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.

Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ont-
grendeld. De auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de portieren die
de elektronische sleutel signaleren.

Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan de motor
mogelijk gestart worden als de elektronische sleutel zich in de buurt van de
ruit bevindt.

Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoe-
veelheid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een
zware regenbui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden
ontgrendeld of vergrendeld. (Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer ver-
grendeld.)

Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de
instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende-
len.)

Wanneer u de vergrendel- of ontgrendelsensor aanraakt terwijl u hand-
schoenen draagt, worden de portieren mogelijk niet vergrendeld of ontgren-
deld.

Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd met de vergrendelsensor, worden
maximaal tweemaal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens
worden geen identificatiesignalen gegeven.

Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter

van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)

• Schakel de batterijspaarmodus van de elektronische sleutel in om het

Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. (

Blz. 160)

Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters: Als de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep tijdens het wassen van
de auto nat wordt, klinkt er buiten de auto een zoemer. Vergrendel alle por-
tieren om het alarm uit te schakelen.

Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters: Als de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep nat wordt tijdens het was-
sen van de auto, wordt er mogelijk een melding weergegeven op het multi-

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 162 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

163

3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

UK AURIS_HB_EE

3

Bedi

eni
ng van elk on

derde

el

informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.

De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in contact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor schoon en
probeer deze nogmaals te bedienen.

Het plotseling bedienen van de handgreep of het bedienen van de hand-
greep direct nadat u het effectieve bereik bent binnengestapt, kan ontgren-
deling van de portieren belemmeren. Raak de ontgrendelsensor van het
portier aan en controleer of de portieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.

Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.

Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden

Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.

Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld.
(

Blz. 663)

Voor een juiste bediening van het systeem

Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan
per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk
worden vergrendeld, werkt wellicht niet.)

Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt

Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: Gebruik de mechanische
sleutel. (

Blz. 620)

Starten van de motor:

Blz. 621

Persoonlijke voorkeursinstellingen

De instellingen (van bijvoorbeeld het Smart entry-systeem met startknop)
kunnen worden gewijzigd. (Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen:

Blz. 663)

Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen

Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. (

Blz. 146, 620)

Starten van de motor en wijzigen van de standen van het contact:

Blz. 621

Uitzetten van de motor:

Blz. 240

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 163 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

192

3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Waarschuwing met betrekking tot beïnvloeding van elektronische
apparatuur

Mensen met geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplan-
teerde hartdefibrillatoren moeten voldoende afstand bewaren tot de anten-
nes van het Smart entry-systeem met startknop. (

Blz. 157)

Radiogolven kunnen de werking van dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Indien nodig kan de instapfunctie worden uitgeschakeld. Neem voor meer
informatie over bijvoorbeeld de frequentie van de radiogolven en de
momenten waarop deze worden uitgezonden, contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige. Raadpleeg vervolgens uw arts om na
te gaan of de instapfunctie moet worden uitgeschakeld.

Gebruikers van elektrische medische apparatuur anders dan geïmplan-
teerde pacemakers, CRT-pacemakers en geïmplanteerde hartdefibrillato-
ren moeten contact opnemen met de fabrikant van deze producten om te
informeren of radiosignalen invloed uitoefenen op de werking van deze
apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effecten hebben op de werking van der-
gelijke medische apparatuur.

Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het uitschakelen van de instapfunctie.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 192 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

193

UK AURIS_HB_EE

3

Bedi

eni
ng van elk on

derde

el

3-3. Verstellen van de stoelen

Hendel stoelpositieverstelling
Hendel rugleuningverstelling
Hendel hoogteverstelling
(indien aanwezig)
Schakelaar lendensteunverstel-
ling (indien aanwezig)

Voorstoelen

Procedure voor het verstellen

1

2

3

4

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 193 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

194

3-3. Verstellen van de stoelen

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Wanneer de positie van de stoel wordt versteld

Let er bij het verstellen van de positie van de stoel op dat de stoel de ove-
rige inzittenden van de auto niet raakt, omdat deze hierdoor wellicht letsel
zouden kunnen oplopen.

Houd uw handen niet onder de stoel of in de buurt van bewegende onder-
delen om letsel te voorkomen.
Uw vingers of handen zouden bekneld kunnen raken in het stoelmecha-
nisme.

Zorg ervoor voor dat er voldoende ruimte overblijft voor de voeten, zodat
ze niet vast komen te zitten.

Stoel afstellen

Let erop dat de stoel geen passagiers of bagage raakt.

Om te voorkomen dat u bij een aanrijding onder de veiligheidsgordel door-
schuift, is het raadzaam de leuning niet verder achterover te zetten dan
strikt noodzakelijk is.
Als de rugleuning te ver achterover staat, kan bij een ongeval het heupge-
deelte over uw heupen heen schuiven, waardoor er te veel kracht op uw
buik wordt uitgeoefend, of kan het schoudergedeelte van de gordel in con-
tact komen met uw nek, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden, aangezien de stoel dan
onverwachts kan bewegen. Hierdoor kan de bestuurder de controle over
de auto verliezen.

Controleer na het verstellen of de stoel goed is vergrendeld.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 194 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

195

3-3. Verstellen van de stoelen

UK AURIS_HB_EE

3

Bedi

eni
ng van elk on

derde

el

Schuif de voorstoelen naar voren. (

Blz. 193)

Berg de armsteun achter op. (indien aanwezig) (

Blz. 466)

Berg de middelste gordelslui-
ting achter op.

Zet de hoofdsteunen in de laagste stand. (

Blz. 197)

Trek de ontgrendelingshendel
van de rugleuning naar u toe en
klap de rugleuning neer.

De delen van de rugleuning kun-
nen afzonderlijk worden neerge-
klapt.

Achterstoelen

: Indien aanwezig

De rugleuningen van de achterstoelen kunnen worden neerge-
klapt.

Rugleuningen achter neerklappen

1

2

3

4

5

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 195 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Была ли эта страница вам полезна?
Да!Нет
4 посетителя считают эту страницу полезной.
Большое спасибо!
Ваше мнение очень важно для нас.

Нет комментариевНе стесняйтесь поделиться с нами вашим ценным мнением.

Текст

Политика конфиденциальности