Toyota Auris Hybrid (2018 year). Instruction in Dutch — part 4

63

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

In de rijrichting geplaatst kinderzitje

Plaats het zitje zodanig op de
stoel dat het kind in de rijrich-
ting kijkt.

Als het baby- of kinderzitje niet
kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit,
verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje.
(

Blz. 210)

Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is.

Plaats een blokkeerclip bij de
gesp van de schouder- en
heupgordel en haal de gordel
door de openingen van de
blokkeerclip. Maak de gordel
weer vast. Maak de gordel
als deze niet goed strak
getrokken is weer los en
plaats de blokkeerclip weer.

1

2

3

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 63 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

64

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HV_HB_EE

Zitkussen

Plaats het zitje zodanig op de stoel dat het kind in de rijrichting
kijkt.

Als het baby- of kinderzitje niet kan worden geplaatst omdat er een
hoofdsteun in de weg zit, verwijdert u de hoofdsteun en plaatst u vervol-
gens het zitje. (

Blz. 210)

Plaats het kind in het zitje.
Zet het kind vast met de vei-
ligheidsgordel volgens de
aanwijzingen van de fabri-
kant van het baby- of kinder-
zitje en steek de gesp in de
gordelsluiting. Controleer of
de gordel niet gedraaid is.

Controleer of de schoudergordel goed over de schouder van het kind
loopt en het heupgedeelte zo laag mogelijk ligt. (

Blz. 34)

1

Met hoge rugleuning

Verhoging

2

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 64 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

65

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

Druk de ontgrendelknop op de
gordelsluiting in en laat de gordel
helemaal oprollen.

Zet de hoofdsteunen in de
hoogste stand.

Als het baby- of kinderzitje niet
kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit,
verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje.
(

Blz. 210)

Verwijder de bagageafdekking als het zitje een bovenste gordel
heeft. (

Blz. 437)

Bevestig de gespen aan de speciale stangen.

Plaats de koppelingen tijde-
lijk op de rand van de zitting
om de ISOfix-koppelingen in
lijn te brengen met de ope-
ning tussen de zitting en de
rugleuning.
Steek de ISOfix-koppelingen
in de opening tot deze aan
de hiervoor bedoelde beves-
tigingsstangen vergrendelen.

Als het zitje een bovenste gordel heeft, moet deze worden vastgezet aan
de bevestigingssteun.
Voer de lus aan de bovenzijde onder de hoofdsteun door.

Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel

Plaatsing met het ISOfix-bevestigingssysteem

1

2

3

1

2

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 65 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

66

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HV_HB_EE

Zet de hoofdsteunen in de
hoogste stand.

Als het baby- of kinderzitje niet
kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit,
verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje.
(

Blz. 210)

Maak het baby- of kinderzitje
vast met de veiligheidsgordel of
met het ISOfix-bevestigingssys-
teem.

Verwijder de bagageafdekking. (

Blz. 437)

Maak de haak vast aan de
bevestigingssteun en maak de
bovenste gordel vast.

Voer de lus aan de bovenzijde
onder de hoofdsteun door.
Controleer of de bovenste gordel
goed vastzit.

Baby- en kinderzitjes met een bovenste gordel

1

2

3
4

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 66 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

67

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst

U moet bij het plaatsen van het zitje gebruikmaken van een borgclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet
over een blokkeerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige:
Blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)

WAARSCHUWING

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst

Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van het baby- of kinderzitje
en zet het zitje goed vast.
Als het zitje niet goed wordt vastgezet, kunnen het kind of de overige
passagiers bij plotseling remmen of een aanrijding ernstig letsel oplopen.

Als het baby- of kinderzitje niet goed
gemonteerd kan worden omdat de
bestuurdersstoel in de weg zit, moet het
kinderzitje rechts achterin worden
gemonteerd.

Verstel de voorpassagiersstoel zodanig
dat deze geen contact maakt met het
baby- of kinderzitje.

Plaats een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje alleen op de voor-
stoel als het niet anders kan.

Als er een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel wordt geplaatst, moet de
stoel zo ver mogelijk naar achteren wor-
den geschoven en moet de hoofdsteun
van de stoel worden verwijderd.
Als dat niet wordt gedaan, kan er ern-
stig letsel ontstaan als de airbags geac-
tiveerd worden.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 67 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

68

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HV_HB_EE

WAARSCHUWING

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst

Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in stand ON
staat. (

Blz. 49)

Bij een ongeval kan het kind ernstig let-
sel oplopen door de kracht waarmee de
voorpassagiersairbag wordt geacti-
veerd.

Een waarschuwingslabel op de zonne-
klep aan passagierszijde geeft aan dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen.
In onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 68 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

69

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

WAARSCHUWING

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst

Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.

Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van
het kind vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind
bij plotseling remmen of uitwijken of bij een aanrijding ernstig letsel oplo-
pen.

Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.

Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.

Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.

Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.

Het correct vastzetten van een baby- of kinderzitje aan de bevesti-
gingspunten

Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje. Controleer of het zitje
goed vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind of een andere pas-
sagier bij hard remmen of bij een aanrijding letsel oplopen.

Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is

Als het zitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of berg
het veilig op in de bagageruimte. Als er bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje een hoofdsteun is verwijderd, moet deze voor u wegrijdt altijd
worden teruggeplaatst. Dit voorkomt dat inzittenden hierdoor bij hard rem-
men of bij een ongeval letsel oplopen.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 69 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

70

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HV_HB_EE

Belangrijke voorzorgsmaatregelen in

verband met uitlaatgassen

Uitlaatgassen bevatten stoffen die schadelijk zijn bij inademing.

WAARSCHUWING

Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO). Dit is een kleur-
loos en reukloos gas. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kunnen er uitlaatgassen
in de auto terechtkomen waardoor de bestuurder duizelig kan worden en een
ongeval kan veroorzaken, of waardoor de gezondheid van de inzittenden ern-
stig kan worden geschaad.

Belangrijke punten tijdens het rijden

Zorg ervoor dat de achterklep gesloten is.

Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs als de achterklep gesloten is,
moet u de ruiten openzetten en de auto zo snel mogelijk laten nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Tijdens het parkeren

Als de auto zich in een slecht geventileerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet u het hybridesysteem uitschake-
len.

Laat bij stilstaande auto het hybridesysteem niet langdurig ingeschakeld.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto dan op een open plek en zorg
ervoor dat er geen uitlaatgassen in het interieur terecht kunnen komen.

Laat het hybridesysteem niet draaien op een plaats waar sneeuw de
afvoer van de uitlaatgassen zou kunnen hinderen. Als sneeuw de afvoer
van uitlaatgassen hindert wanneer het hybridesysteem in werking is, kun-
nen er uitlaatgassen in de auto terechtkomen.

Uitlaatpijp

Het uitlaatsysteem dient regelmatig te worden gecontroleerd. Laat uw auto
nakijken en repareren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
bij gaten of scheuren als gevolg van corrosie of beschadigingen aan verbin-
dingsstukken, of bij een abnormaal geluid aan het uitlaatsysteem.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 70 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

71

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

1-2. Hybridesysteem

De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de
werkelijkheid.

Benzinemotor
Elektromotor (tractiemotor)

Kenmerken hybridesysteem

Uw auto is een hybridevoertuig. De eigenschappen van uw auto
zijn anders dan die van conventionele auto's. Zorg ervoor dat u
de eigenschappen van uw auto goed leert kennen en gebruik de
functies voorzichtig.
Bij het hybridesysteem werken een benzinemotor en een elek-
tromotor (tractiemotor) samen, afhankelijk van de rijomstandig-
heden, om het brandstofverbruik en de uitlaatgasemissie te
verlagen.

1
2

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 71 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

72

1-2. Hybridesysteem

UK AURIS_HV_HB_EE

Bij stilstand/tijdens wegrijden

Wanneer de auto stilstaat, wordt de benzinemotor uitgeschakeld

*

.

Bij het wegrijden wordt de auto aangedreven door de elektromotor
(tractiemotor). Bij het rijden met lage snelheid of bij het afrijden van
een flauwe helling wordt de benzinemotor uitgeschakeld

*

en wordt

de elektromotor (tractiemotor) ingeschakeld.
Wanneer de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpak-
ket (tractiebatterij) niet opgeladen.

*

: Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij) moet worden opgeladen of

wanneer de motor aan het opwarmen is, enz., wordt de benzinemotor niet
automatisch uitgeschakeld. (

Blz. 73)

Tijdens normaal rijden

De auto wordt voornamelijk aangedreven door de benzinemotor.
De elektromotor (tractiemotor) laadt zo nodig het batterijpakket
(tractiebatterij) op.

Tijdens sterk accelereren

Wanneer het gaspedaal volledig wordt ingetrapt, wordt de energie
van het batterijpakket (tractiebatterij) toegevoegd aan de energie
die de benzinemotor levert via de elektromotor (tractiemotor).

Tijdens het remmen (regeneratief remmen)

De wielen drijven de elektromotor (tractiemotor) aan, waardoor
energie wordt opgewekt en het batterijpakket (tractiebatterij) wordt
opgeladen.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 72 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

73

1-2. Hybridesysteem

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

Regeneratief remmen

In de volgende situaties wordt kinetische energie omgezet in elektrische
energie en wordt er een afremmingskracht gegenereerd terwijl tegelijkertijd
het batterijpakket (tractiebatterij) wordt opgeladen.

Het gaspedaal wordt losgelaten terwijl er wordt gereden in stand D of B.

Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl er wordt gereden in stand D of B.

EV-controlelampje

Omstandigheden waarin de benzinemotor mogelijk niet wordt uitgescha-
keld

De benzinemotor wordt automatisch gestart en uitgeschakeld. Hij wordt ech-
ter onder de volgende omstandigheden mogelijk niet automatisch uitgescha-
keld:

Tijdens de opwarmfase van de benzinemotor

Tijdens het laden van het batterijpakket (tractiebatterij)

Als de temperatuur van het batterijpakket (tractiebatterij) hoog of laag is

Als de verwarming is ingeschakeld

Opladen van het batterijpakket (tractiebatterij)

Omdat het batterijpakket (tractiebatterij) indien nodig door de benzinemotor
wordt opgeladen, hoeft het niet door een externe bron te worden opgeladen.
Als de auto echter gedurende lange tijd wordt geparkeerd, wordt het batterij-
pakket (tractiebatterij) langzaam ontladen. Daarom moet u ervoor zorgen dat
er elke paar maanden gedurende minimaal 30 minuten of 16 km met de auto
gereden wordt. Als het batterijpakket (tractiebatterij) volledig ontladen raakt
en u het hybridesysteem niet meer kunt starten, neem dan contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Opladen van de 12V-accu

Blz. 579

Het controlelampje EV-modus wordt
weergegeven op het multi-informatiedis-
play wanneer de auto alleen door de elek-
tromotor (tractiemotor) wordt aangedre-
ven of de benzinemotor niet draait.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 73 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

74

1-2. Hybridesysteem

UK AURIS_HV_HB_EE

Als de 12V-accu leeg is, vervangen is of verwijderd is geweest.

De benzinemotor stopt mogelijk niet, ook niet als de auto door het batterijpak-
ket (tractiebatterij) wordt aangedreven. Als dit een paar dagen aanhoudt,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Geluiden en trillingen die kenmerkend zijn voor een hybrideauto

Mogelijk zijn er geen motorgeluiden hoorbaar of trillingen voelbaar terwijl de
auto wel kan rijden en het controlelampje READY brandt. Activeer uit veilig-
heidsoverwegingen de parkeerrem en zorg dat u stand P hebt ingeschakeld
wanneer u de auto parkeert.
De volgende geluiden of trillingen kunnen hoorbaar of voelbaar zijn als het
hybridesysteem in werking is en deze duiden niet op een defect:

Er kunnen motorgeluiden hoorbaar zijn uit het motorcompartiment.

Bij het inschakelen of uitschakelen van het hybridesysteem kan er geluid
hoorbaar zijn dat afkomstig is van het batterijpakket (tractiebatterij) onder de
achterstoelen.

Bij het inschakelen of uitschakelen van het hybridesysteem zijn er mogelijk
werkingsgeluiden van de relais te horen, zoals een klik of een vaag geram-
mel, die afkomstig zijn van het batterijpakket (tractiebatterij) achter de ach-
terstoelen.

Als de achterklep open is, kunnen er geluiden van het hybridesysteem hoor-
baar zijn.

Als de benzinemotor start of stopt, bij rijden met lage snelheden of als de
motor met stationair toerental draait, kunnen er geluiden hoorbaar zijn van
de transmissie.

Bij sterk accelereren kunnen er motorgeluiden hoorbaar zijn.

Als het rempedaal wordt ingetrapt of het gaspedaal wordt losgelaten, kun-
nen er geluiden hoorbaar zijn die worden veroorzaakt door het regeneratief
remmen.

Als de benzinemotor start of stopt, kunnen trillingen voelbaar zijn.

U kunt via de ventilatieopening onder aan de zijkant van de linker achter-
stoel geluid horen dat afkomstig is van de koelventilator.

Onderhoud, reparatie, recycling en afvoer

Neem voor onderhoud, reparatie, recycling en afvoer contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Voer de auto niet zelf af.

Persoonlijke voorkeursinstellingen

De instellingen (bijvoorbeeld het in- of uitschakelen van het EV-controle-
lampje) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen

Blz. 604)

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 74 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

75

1-2. Hybridesysteem

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de
werkelijkheid.

Voorzorgsmaatregelen hybridesysteem

Wees voorzichtig met het hybridesysteem, aangezien dit een
hoogspanningssysteem (max. ongeveer 650 V) bevat, evenals
onderdelen die extreem heet worden als het hybridesysteem in
werking is. Volg de aanwijzingen op de waarschuwingslabels op.

Waarschuwingslabel
Servicestekker
Aircocompressor
Elektromotor (tractiemotor)

Vermogensregeleenheid
Batterijpakket (tractiebatterij)
Hoogspanningskabels
(oranje)

1
2
3
4

5
6
7

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 75 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

76

1-2. Hybridesysteem

UK AURIS_HV_HB_EE

Onder aan de zijkant van de linker
achterstoel zit een ventilatieope-
ning voor de koeling van het bat-
terijpakket (tractiebatterij). Als
deze

ventilatieopening

wordt

afgedekt, kan het batterijpakket
oververhit raken, waardoor het
door het batterijpakket geleverde
vermogen afneemt.

Het uitschakelsysteem voor noodgevallen zorgt ervoor dat het hoog-
spanningssysteem en de brandstofpomp worden uitgeschakeld als de
botsingssensor een aanrijding met een kracht boven een bepaalde
drempelwaarde heeft gesignaleerd, om de kans op een elektrische
schok en brandstoflekkage tot een minimum te beperken. Als het uit-
schakelsysteem voor noodgevallen in werking is getreden, kunt u uw
auto niet meer starten. Neem voor het herstarten van het hybridesys-
teem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.

Als er een storing in het hybridesysteem optreedt, of als het systeem
onjuist wordt bediend, wordt automatisch een melding weergegeven.
Lees de op het multi-informatie-
display weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwij-
zingen op. (

Blz. 536)

Ventilatieopening batterijpakket (tractiebatterij)

Uitschakelsysteem voor noodgevallen

Waarschuwingsmelding hybridesysteem

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 76 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

77

1-2. Hybridesysteem

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HV_HB_EE

Als er een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwings-
melding wordt weergegeven of als de 12V-accu wordt losgekoppeld

Mogelijk start het hybridesysteem niet. Probeer in dit geval het systeem
opnieuw te starten. Neem als het controlelampje READY niet gaat branden
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Als de brandstof opraakt

Als de brandstoftank leeg is en het hybridesysteem niet kan worden gestart,
vult u de tank met minimaal de benodigde hoeveelheid brandstof om het
waarschuwingslampje laag brandstofniveau (

Blz. 531) uit te schakelen. Als

er slechts een kleine hoeveelheid brandstof in de tank zit, kan het hybridesys-
teem mogelijk niet worden gestart. (De standaardhoeveelheid brandstof is
ongeveer 8,1 liter, als de auto op een vlakke ondergrond staat. Deze waarde
kan afwijken als de auto op een helling staat. Vul extra brandstof bij wanneer
de auto schuin staat.)

Elektromagnetische golven

De hoogspanningsonderdelen en -kabels van hybrideauto's zijn voorzien
van een afscherming voor elektromagnetische golven en zenden ongeveer
net zo veel elektromagnetische golven uit als conventionele auto's met een
benzinemotor, of elektronische huishoudapparatuur.

Uw auto kan storingen veroorzaken in niet-originele audio-onderdelen.

Batterijpakket (tractiebatterij)

De levensduur van het batterijpakket (tractiebatterij) is niet onbeperkt. De
levensduur van het batterijpakket (tractiebatterij) kan veranderen afhankelijk
van de rijstijl en de rijomstandigheden.

Declaration of conformity

De uitstoot van waterstof van dit model voldoet aan reglement ECE100 (voor
de veiligheid van elektrisch aangedreven auto's met batterijen).

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 77 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

78

1-2. Hybridesysteem

UK AURIS_HV_HB_EE

WAARSCHUWING

Voorzorgsmaatregelen hoogspanningssysteem

Deze auto heeft zowel hoogspanningssystemen (wissel- en gelijkspanning)
als een 12V-systeem. Beide hoogspanningssystemen (wissel- en
gelijkspanning) zijn zeer gevaarlijk en kunnen zeer ernstig letsel, ernstige
brandwonden en elektrische schokken veroorzaken.

Verwijder of vervang nooit hoogspanningscomponenten, hoogspannings-
kabels en de stekkers ervan, raak ze niet aan en haal ze niet uit elkaar.

Het hybridesysteem wordt na het starten heet, aangezien het systeem
gebruikmaakt van hoogspanning. Wees alert op zowel hoogspanning als
hoge temperaturen en volg altijd de aanwijzingen op de waarschuwingsla-
bels op.

Open nooit de klep onder de achterstoel
waarachter zich de servicestekker
bevindt. De servicestekker, waar hoog-
spanning op staat, wordt alleen gebruikt
bij onderhoud aan de auto.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 78 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Была ли эта страница вам полезна?
Да!Нет
3 посетителя считают эту страницу полезной.
Большое спасибо!
Ваше мнение очень важно для нас.

Нет комментариевНе стесняйтесь поделиться с нами вашим ценным мнением.

Текст

Политика конфиденциальности