Toyota Auris Hybrid (2018 year). Manual in Dutch — part 14

292

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

• Bij het rijden op een smalle rijbaan omringd door constructies, zoals een

tunnel of een stalen brug

• Als een voertuig of een vast object

van zeer dichtbij wordt gepasseerd

• Als er een voertuig of object langs de

weg staat aan het begin van een
bocht

• Als er een reflecterend object (put-

deksel, stalen plaat, enz.), traptreden,
kuil of een verhoging in het wegdek of
langs de weg aanwezig is

• Bij het onder lage constructies doorrij-

den (laag plafond, verkeersbord enz.)

• Als er een vast object (viaduct, ver-

keersbord, reclamebord, straatver-
lichting, enz.) boven aan een omhoog
lopende weg aanwezig is

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 292 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

293

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

4

Rij
den

• Bij het wassen van de auto in een wasstraat

• Als er patronen of verf op de weg of een muur aanwezig zijn die ten

onrechte aangezien kunnen worden voor een auto

• Bij het snel naderen van een slag-

boom van een elektronische tolpoort,
slagboom bij een parkeerterrein of
andere afscheiding die open en dicht
gaat

• Bij het naderen van een laag han-

gend object dat in contact kan komen
met de auto, zoals een spandoek,
boomtakken of hoog gras

• Als de auto wordt geraakt door water,

sneeuw, stof, enz. dat wordt opgewor-
pen door een voorligger

• Bij het rijden door stoom of rook

• Wanneer de voorzijde van uw auto

omhoog of omlaag staat

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 293 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

294

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

• Als de sensor niet goed is uitgelijnd

doordat de sensor, enz. is blootge-
steld aan hevige schokken

• Wanneer de auto geparkeerd staat op

een plaats waar zich een laaghan-
gend voorwerp bevindt ter hoogte van
de sensor voor

• Als de voorruit bedekt is met regen-

druppels, enz.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 294 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

295

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

4

Rij
den

Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt

In sommige situaties, zoals de onderstaande, wordt een voertuig mogelijk
niet gesignaleerd door de sensor voor, waardoor het systeem niet goed
werkt:
• Als een tegenligger de auto nadert
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voertuig
• Als de achterzijde van de voorligger smal is, zoals een lege truck

• Als de voorligger een lading vervoert die uitsteekt voorbij de achterbum-

per

• Als de voorligger een onregelmatige vorm heeft, zoals een tractor of een

zijspan

• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een voorligger schijnt

• Als de voorligger een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkmanoeu-

vre, plotseling versnellen of afremmen)

• Bij het plotseling invoegen vlak achter een voorligger

• Als de voorligger een lage achterzijde

heeft, zoals een oprijwagen

• Als de voorligger een extreem grote

bodemvrijheid heeft

• Als een voertuig de auto snijdt of plot-

seling opdoemt van naast een ander
voertuig

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 295 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

296

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

• Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. dat wordt opge-

worpen door een voorligger

• Bij het rijden door stoom of rook waardoor voorliggers moeilijk te zien zijn
• Bij het rijden in een omgeving waarbij de helderheid van het omgevings-

licht plotseling verandert, zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel

• Tijdens het rijden in een bocht en gedurende een bepaalde tijd na het rij-

den in een bocht

• Als de voorligger zich niet direct voor

uw auto bevindt

• Bij slecht weer zoals bij hevige regen,

mist, sneeuw of een zandstorm.

• Wanneer een zeer fel licht, bijvoor-

beeld de zon of de koplampen van
tegemoetkomend

verkeer,

recht-

streeks in de sensor voor schijnt

• Als er weinig omgevingslicht is, zoals

tijdens de schemering, of 's nachts of
in een tunnel

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 296 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

297

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

4

Rij
den

• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als de sensor voor wordt gehinderd door een ruitenwisserblad
• De auto schommelt
• Er wordt gereden met extreem hoge snelheden
• Wanneer er wordt gereden op wegen met scherpe bochten of een onre-

gelmatig wegdek

• Wanneer de voorligger het laserlicht slecht reflecteert

In sommige situaties, zoals de onderstaande, kan wellicht onvoldoende
remkracht worden gerealiseerd, waardoor het systeem mogelijk niet goed
werkt:
• Als de remfuncties niet optimaal kunnen functioneren, bijvoorbeeld door-

dat onderdelen van het remsysteem extreem koud of warm, of nat zijn

• Als de auto niet goed onderhouden wordt (extreem versleten remdelen of

banden, onjuiste bandenspanning enz.)

• Als er met de auto gereden wordt op grind of een andere gladde onder-

grond

• Wanneer uw auto slipt

• Wanneer de voorzijde van uw auto

omhoog of omlaag staat

• Als de sensor niet goed is uitgelijnd

doordat de sensor, enz. is blootge-
steld aan hevige schokken

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 297 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

298

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

Als het waarschuwingslampje PCS knippert of gaat branden en er een
waarschuwingsmelding wordt weergegeven op het multi-informatiedis-
play

Het Pre-Crash Safety-systeem is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of er is
mogelijk een storing aanwezig in het systeem.

In de volgende situaties gaat het waarschuwingslampje uit, verdwijnt de
melding en werkt het systeem weer normaal als weer aan de normale wer-
kingsvoorwaarden wordt voldaan:
• Wanneer het gebied rondom de sensor voor heet is, bijvoorbeeld in de

zon

• Wanneer de voorruit is beslagen of wanneer er condens of ijs op de voor-

ruit zit (

Blz. 418)

• Wanneer u rijdt in omstandigheden waarin de sensor voor een object niet

kan signaleren zoals in het donker ('s nachts op een onverlichte weg),
wanneer fel licht in de sensor schijnt of in de sneeuw of in de mist.

• Wanneer de sensor voor of het gebied rondom de sensor koud is, bijvoor-

beeld in een extreem koude omgeving

• Als het gebied vóór de sensor voor wordt geblokkeerd, bijvoorbeeld wan-

neer de motorkap is geopend

Als het waarschuwingslampje PCS blijft knipperen of branden, of als de
waarschuwingsmelding niet verdwijnt, is er mogelijk een storing aanwezig in
het systeem. Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.

Als de VSC wordt uitgeschakeld

Als de TRC en VSC zijn uitgeschakeld (

Blz. 341), worden ook de functies

Pre-Crash Safety Brake Assist en Pre-Crash Safety Brake uitgeschakeld.
De Pre-Crash Safety-waarschuwingsfunctie werkt echter nog.

Het waarschuwingslampje PCS gaat branden en de melding “Pre-Crash
Brake is disabled due to VSC OFF.” (Pre-Crash Brake-systeem is uitge-
schakeld i.v.m. VSC OFF) wordt weergegeven op het multi-informatiedis-
play.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 298 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

299

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

4

Rij
den

Als wordt gereden op wegen met witte (gele) lijnen, waarschuwt deze
functie de bestuurder als de auto de rijstrook dreigt te verlaten.
Het LDA-systeem herkent zicht-
bare witte (gele) lijnen met de
sensor voor aan de bovenzijde
van de voorruit.

Wanneer het systeem vaststelt
dat de auto de rijstrook dreigt te
verlaten, wordt een waarschuwing
weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay en klinkt de waar-
schuwingszoemer om de bestuur-
der te waarschuwen.

Wanneer de waarschuwingszoe-
mer klinkt, controleer dan de situa-
tie op de weg en bedien het
stuurwiel voorzichtig om weer naar
het midden tussen de witte (gele)
lijnen terug te keren.

LDA (Lane Departure Alert)

: Indien aanwezig

Overzicht van de functie

Lane Departure Alert-functie

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 299 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

300

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

WAARSCHUWING

Voordat u het LDA-systeem gebruikt

Vertrouw niet uitsluitend op het LDA-systeem. De LDA is geen systeem dat
de auto automatisch bestuurt of de hoeveelheid aandacht die moet worden
besteed aan het gebied voor de auto beperkt. De bestuurder dient altijd vol-
ledige verantwoordelijkheid te nemen voor een veilig rijgedrag door de
omgeving steeds goed in de gaten te houden en het stuurwiel te bedienen
om de rijrichting van de auto te corrigeren. Zorg ook voor voldoende pauzes
als u moe bent, bijvoorbeeld als u langere tijd heeft gereden.
Als u niet op de juiste manier rijdt en niet goed oplet, kunt u een ongeval
veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.

Onbedoelde werking van de LDA vermijden

Als u het LDA-systeem niet gebruikt, zet het systeem dan uit met de toets
LDA.

Voorkomen van storingen in het LDA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen

Breng geen wijzigingen aan de koplampen aan en plak geen stickers op
het lampglas.

Breng geen wijzigingen aan de wielophanging, enz. aan. Als de wielop-
hanging moet worden vervangen, neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.

Monteer of plaats geen voorwerpen op de motorkap of de grille. Monteer
ook geen accessoires aan de voorzijde van de auto (bullbars, enz.).

Als uw voorruit gerepareerd moet worden, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 300 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

301

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

4

Rij
den

Druk op de toets LDA om het
LDA-systeem in te schakelen.

Het controlelampje LDA gaat bran-
den en er wordt een melding weer-
gegeven

op

het

multi-

informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LDA
om het LDA-systeem uit te schake-
len.
Als het LDA-systeem wordt in- of
uitgeschakeld, blijft de status van
het LDA-systeem de volgende keer
dat het hybridesysteem wordt
gestart ongewijzigd

Inschakelen van het LDA-systeem

Weergave op het multi-informatiedisplay

Binnenzijde van de weergege-
ven witte lijnen is wit

Binnenzijde van de weergege-
ven witte lijnen is zwart

Dit geeft aan dat het systeem
witte (gele) lijnen herkent. Als de
auto de rijstrook verlaat, knippert
de witte lijn die wordt weergege-
ven aan de zijde waar de auto de
strook verlaat oranje.

Dit geeft aan dat het systeem
witte (gele) lijnen niet kan her-
kennen of tijdelijk is uitgescha-
keld.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 301 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

302

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

Als “Check LDA system” (controleer LDA-systeem) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay

Als het controlelampje LDA niet gaat branden wanneer de toets LDA wordt
ingedrukt om het systeem in te schakelen, is er mogelijk een storing aanwe-
zig in het systeem. Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.

Werkingsvoorwaarden

Deze functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt vol-
daan.

De LDA is ingeschakeld.

De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.

Het systeem herkent witte (gele) lijnen.

De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.

De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet bediend.

Er wordt gereden op een rechte weg of in een flauwe bocht met een straal
van meer dan ongeveer 150 m.

Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. (

Blz. 529)

Tijdelijk uitschakelen van functies

Als niet langer aan de werkingsvoorwaarden wordt voldaan, wordt een functie
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld. Als echter weer aan de werkingsvoorwaarden
wordt voldaan, wordt de werking van de functie automatisch hervat.

Lane Departure Alert-functie

De waarschuwingszoemer is mogelijk slecht te horen door geluiden van bui-
ten, afspelen van muziek, enz.

Er bevinden zich maar aan één kant van de weg witte (gele) lijnen

Het LDA-systeem zal niet werken voor de zijde waar geen witte (gele) lijnen
konden worden herkend.

Nadat de auto in de zon heeft gestaan

Het LDA-systeem is mogelijk niet beschikbaar en er wordt gedurende een
bepaalde tijd na het wegrijden een waarschuwingsmelding weergegeven. Als
de temperatuur in de auto daalt en de temperatuur rondom de sensor voor
(

Blz. 282) weer geschikt is voor de werking ervan, worden het systeem

geactiveerd.

Als er slechts aan één zijde van de auto rijstrookmarkeringen aanwezig
zijn

De Lane Departure Warning-functie zal niet werken voor de zijde waar geen
rijstrookmarkeringen konden worden herkend.

Omstandigheden waaronder de functies mogelijk niet goed werken

In de volgende situaties signaleert de sensor voor witte (gele) lijnen mogelijk
niet en werken verschillende functies mogelijk niet normaal.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 302 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

303

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

4

Rij
den

Er zijn schaduwen op de weg die parallel lopen aan de witte (gele) lijnen of
deze bedekken.

Er wordt met de auto gereden in een gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals
voor een tolboom of kaartautomaat of op een kruising.

De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of er zijn kattenogen (reflecterende
markeringen) of stenen aanwezig.

De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk te zien door zand, enz.

Er wordt met de auto gereden op een wegdek dat nat is door regen, plas-
sen, enz.

De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze mogelijk moeilijker te herkennen
zijn dan witte lijnen).

De witte (gele) lijnen lopen over een stoeprand, enz.

Er wordt met de auto gereden op een helder oppervlak, zoals beton.

Er wordt met de auto gereden op een oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.

Er wordt met de auto gereden in een gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen van tunnels.

Licht van de koplampen van een tegenligger, de zon, enz. dringt de camera
binnen.

Er wordt met de auto gereden op een plaats waar de weg zich splitst, wegen
samenkomen, enz.

Er wordt gereden op een helling.

Er wordt gereden op een weg die naar links of rechts helt of op een bochtige
weg.

Er wordt gereden op een onverharde of ongelijkmatige weg.

Er wordt gereden in een scherpe bocht.

De rijstrook is zeer smal of breed.

De auto helt sterk over door het vervoeren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.

De afstand tot de voorligger is extreem kort.

De auto beweegt vaak op en neer ten gevolge van de wegomstandigheden
tijdens het rijden (slechte wegen of naden in het wegdek).

De koplampglazen zijn vuil en laten 's nachts weinig licht door, of de licht-
bundel wijkt af.

De auto is net van rijstrook gewisseld of een kruising overgestoken.

Waarschuwingsmeldingen voor het LDA-systeem

Waarschuwingsmeldingen worden gebruikt om een storing in het systeem
aan te geven of om de bestuurder tijdens het rijden te waarschuwen.

Persoonlijke voorkeursinstellingen

Blz. 114

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 303 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

304

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

Duw de hendel van u af terwijl de
lichtschakelaar in de stand
staat.

Het controlelampje van het Auto-
matic High Beam-systeem gaat
branden als de koplampen auto-
matisch worden ingeschakeld om
aan te geven dat het systeem is
ingeschakeld.

Automatic High Beam-systeem

: Indien aanwezig

Het Automatic High Beam-systeem maakt gebruik van een inge-
bouwde sensor voor om de helderheid van bijvoorbeeld de
straatverlichting en de verlichting van tegenliggers en voorlig-
gers te meten, en schakelt indien nodig automatisch het groot-
licht in of uit.

WAARSCHUWING

Beperkingen van het Automatic High Beam-systeem

Vertrouw niet uitsluitend op het Automatic High Beam-systeem. Rijd altijd
voorzichtig, houd hierbij de omgeving in de gaten en schakel indien nodig
handmatig het grootlicht in of uit.

Voorkomen van onjuiste werking van het Automatic High Beam-sys-
teem

Voorkom overbelading van uw auto.

Inschakelen van het Automatic High Beam-systeem

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 304 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

305

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

4

Rij
den

Dimlicht inschakelen

Trek de hendel naar u toe,
zodat deze in de oorspronke-
lijke stand terugkomt.

Het controlelampje van het
Automatic High Beam-systeem
dooft.
Duw de hendel van u af om het
Automatic High Beam-systeem
weer in te schakelen.

Grootlicht inschakelen

Zet de lichtschakelaar in stand

.

Het controlelampje van het
Automatic High Beam-systeem
dooft en het controlelampje van
het grootlicht gaat branden.

Handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 305 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

306

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

Voorwaarden voor het automatisch in- of uitschakelen van het grootlicht

Als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het grootlicht
automatisch ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
• De rijsnelheid is ongeveer 40 km/h of hoger.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of

achterlichten.

• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.

Als aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het groot-
licht automatisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 30 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlichten inge-

schakeld.

• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.

Detectie-informatie sensor voor

In de volgende situaties wordt het grootlicht mogelijk niet automatisch uitge-
schakeld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg

van een reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg

• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende rij-

strook op een brede weg

• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verlichting

zijn

Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld als een tegenligger wordt gesig-
naleerd die zijn mistlampen aan heeft terwijl zijn koplampen uit zijn.

Door de aanwezigheid van huisverlichting, straatverlichting, verkeerslichten
of verlichte billboards of verkeersborden wordt mogelijk geschakeld van
grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht mogelijk ingeschakeld.

De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de reactietijd voor het in-
of uitschakelen van het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenlig-

gers en voorliggers

• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant

werkt

• Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het

wegdek, enz.)

• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage

Het grootlicht kan op voor de bestuurder onverwachte momenten worden
in- en uitgeschakeld.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 306 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

307

4-5. Toyota Safety Sense

UK AURIS_HV_HB_EE

4

Rij
den

Fietsen of vergelijkbare objecten worden mogelijk niet gesignaleerd.

In de onderstaande situaties kan het systeem de helderheid van het omge-
vingslicht mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blijven de dimlichten moge-
lijk branden of zorgt het grootlicht mogelijk voor problemen bij voetgangers,
tegenliggers of voorliggers of anderen. In dergelijke gevallen moet handma-
tig worden geschakeld tussen grootlicht en dimlicht.
• Bij slecht weer (regen, sneeuw, mist, zandstormen, enz.)
• Het zicht door de voorruit wordt belemmerd door damp, wasem, ijs, vuil,

enz.

• De voorruit is gebarsten of beschadigd.
• De sensor voor is vervormd of vuil.
• De temperatuur van de sensor voor is extreem hoog.
• De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van koplam-

pen, achterlichten of mistlampen.

• Tegenliggers hebben de koplampen of voorliggers hebben de achterlich-

ten niet ingeschakeld of de lampen zijn vuil, hebben een andere kleur of
zijn niet correct afgesteld.

• In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dalende wegen wordt

gereden, of over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals klinker-
wegen, zandwegen, enz.).

• Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gereden.
• Er bevindt zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een spiegel, voor

de auto.

• De achterzijde van een voorligger is sterk spiegelend, zoals een contai-

ner op een truck.

• De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil of zijn niet correct

afgesteld.

• De auto helt naar één kant over door bijvoorbeeld een lekke band of ligt

aan de achterzijde wat lager doordat een aanhangwagen is aangekop-
peld.

• Er wordt herhaaldelijk en op een abnormale manier geschakeld tussen

dimlicht en grootlicht.

• De bestuurder meent dat andere bestuurders of voetgangers last hebben

van het grootlicht.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 307 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Была ли эта страница вам полезна?
Да!Нет
2 посетителя считают эту страницу полезной.
Большое спасибо!
Ваше мнение очень важно для нас.

Нет комментариевНе стесняйтесь поделиться с нами вашим ценным мнением.

Текст

Политика конфиденциальности