Toyota Auris Hybrid (2018 year). Manual in Dutch — part 17

340

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HV_HB_EE

Hill Start Assist Control

Helpt te voorkomen dat de auto achteruit rolt bij het wegrijden op
een helling

EPS (elektrische stuurbekrachtiging)

Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen

Noodstopsignaal

Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknip-
perlichten automatisch knipperen om het achteropkomende ver-
keer te waarschuwen.

Het controlelampje Traction Con-
trol knippert wanneer het TRC/
VSC/ABS-systeem in werking is.

Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het
TRC-systeem het aandrijfvermogen van het hybridesysteem naar de

wielen beperken. Als u dan op

drukt, kunt u de auto waarschijn-

lijk makkelijker los krijgen door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door

snel in te drukken en weer

los te laten.

TRC OFF wordt op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven.

Druk nogmaals op

om het sys-

teem weer in te schakelen.

Als het TRC/VSC/ABS-systeem in werking is

Uitschakelen van het TRC-systeem

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 340 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

341

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HV_HB_EE

4

Rij
den

Zowel TRC als VSC uitschakelen

Houd

meer dan 3 seconden ingedrukt terwijl de auto stilstaat om de TRC

en VSC uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden en TRC OFF wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven

*

.

Druk nogmaals op

om de systemen weer in te schakelen.

*

: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-systeem) worden ook het Pre-Crash

Brake Assist en het Pre-Crash Brake-systeem uitgeschakeld. (

Blz. 298)

Wanneer de melding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay

dat de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is

niet ingedrukt

De TRC en Hill Start Assist Control kunnen niet worden bediend. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Bijgeluiden en trillingen veroorzaakt door het ABS, de Brake Assist, de
TRC en de VSC

De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande syste-
men in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.

Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.

Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor
hoorbaar zijn.

Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblokkeer-
systeem geactiveerd is.

Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblokkeer-
systeem geactiveerd is.

Werkingsgeluiden ECB

In de volgende gevallen zijn mogelijk werkingsgeluiden van de ECB te horen.
Dit duidt echter niet op een storing.

Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte die zich voordoen wanneer het
rempedaal wordt bediend.

Wanneer het bestuurdersportier wordt geopend, kan aan de voorzijde van
de auto een geluid hoorbaar zijn dat afkomstig is van het remsysteem.

Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte die zich voordoen wanneer nadat
na het uitschakelen van het hybridesysteem een of twee minuten zijn ver-
streken.

Geluid EPS

Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 341 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

342

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HV_HB_EE

Automatisch opnieuw inschakelen van de TRC- en VSC-systemen

Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitgeschakeld, worden deze automatisch
opnieuw ingeschakeld in de volgende situaties:

Als het contact UIT wordt gezet

Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC weer inge-
schakeld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze
niet automatisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.

Gereduceerde bekrachtiging door het EPS-systeem

De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om het
systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd
veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing zwaar
aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of breng de
auto tot stilstand en schakel het hybridesysteem UIT. Het EPS-systeem moet
binnen 10 minuten weer normaal werken.

Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control

Als aan de volgende vier voorwaarden wordt voldaan, werkt de Hill Start
Assist Control:

De selectiehendel staat in een andere stand dan P of N (bij het vooruit/ach-
teruit bergop wegrijden).

De auto staat stil.

Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.

De parkeerrem is niet geactiveerd.

Automatisch uitschakelen van Hill Start Assist Control

De Hill Start Assist Control wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:

De selectiehendel wordt in stand P of N gezet.

Het gaspedaal wordt ingetrapt.

De parkeerrem wordt geactiveerd.

Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat het rempedaal is losgelaten.

Voorwaarden voor werking noodstopsignaal

Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsig-
naal:

De alarmknipperlichten zijn uit.

De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h.

Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van
de deceleratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat.

Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal

Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:

De alarmknipperlichten worden ingeschakeld.

Het rempedaal wordt losgelaten.

Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet
om een noodstop gaat.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 342 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

343

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HV_HB_EE

4

Rij
den

WAARSCHUWING

Het ABS werkt niet effectief als

De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt is met sneeuw).

Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of glad wegdek.

De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden

Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende geval-
len:

Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen

Als wordt gereden met sneeuwkettingen

Als wordt gereden op slechte wegen

Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffen-
heden

De TRC werkt mogelijk niet effectief als

Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
kunnen op een gladde weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd
worden, zelfs niet als het TRC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.

Hill Start Assist Control werkt niet effectief als

Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De Hill Start Assist
Control werkt mogelijk niet effectief op steile hellingen en op met ijs
bedekte wegen.

In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Control niet
bedoeld om de auto gedurende langere tijd op zijn plaats te houden.
Gebruik de Hill Start Assist Control niet om de auto op een helling op zijn
plaats te houden omdat dat kan leiden tot een ongeval.

Als de VSC is geactiveerd

Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het
controlelampje knippert.

Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld

Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermo-
gen.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 343 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

344

4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen

UK AURIS_HV_HB_EE

WAARSCHUWING

Vervangen van banden

Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de banden of wielen.

Omgaan met banden en wielophanging

Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben
een negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing
veroorzaken.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 344 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

345

UK AURIS_HV_HB_EE

4

Rij
den

4-7. Rijtips

Gebruik van de ECO-rijmodus

Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan het koppel dat correspon-
deert met de mate waarin het gaspedaal wordt ingetrapt geleidelij-
ker worden afgegeven dan onder normale omstandigheden.
Bovendien wordt de werking van de airconditioning (verwarmen/
koelen) geminimaliseerd zodat er minder brandstof verbruikt wordt.
(

Blz. 256)

Gebruik van de hybridesysteemindicator

Milieubewust rijden is mogelijk door de hybridesysteemindicator
binnen de Eco-zone te houden. (

Blz. 109)

Bedienen van de selectiehendel

Zet de selectiehendel in stand D als u moet wachten bij een ver-
keerslicht of als u in druk verkeer rijdt. Selecteer stand P wanneer
de auto geparkeerd wordt. Stand N heeft geen positief effect op het
brandstofverbruik. In stand N werkt de benzinemotor, maar kan er
geen elektriciteit worden opgewekt. Ook bij gebruik van de aircon-
ditioning, enz. wordt het vermogen van het batterijpakket (tractie-
batterij) verbruikt.

Bedienen van het gaspedaal/rempedaal

Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom onnodig snel accelereren en
hard remmen. Wanneer geleidelijk wordt geaccelereerd en gede-
celereerd, worden de voordelen van de elektromotor (tractiemo-
tor) beter benut, zodat het brandstofverbruik van de
benzinemotor lager is.

Voorkom herhaaldelijk accelereren. Herhaaldelijk accelereren
put het batterijpakket (tractiebatterij) uit waardoor er meer brand-
stof wordt verbruikt. Het batterijpakket kan worden opgeladen
door tijdens het rijden het gaspedaal iets te laten opkomen.

Rijden met een hybrideauto

Besteed aandacht aan de volgende punten om zuinig en milieu-
vriendelijk te rijden:

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 345 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

346

4-7. Rijtips

UK AURIS_HV_HB_EE

Bij het remmen

Rem rustig en tijdig. Er kan meer elektrische energie worden gere-
genereerd tijdens het decelereren.

Files

Herhaaldelijk accelereren en decelereren en ook langdurig wach-
ten bij verkeerslichten veroorzaakt een hoog brandstofverbruik.
Controleer de verkeersberichten en vermijd files zo veel mogelijk.
Laat bij het rijden in een file het rempedaal rustig los zodat de auto
zachtjes vooruitrijdt en vermijd overmatig gebruik van het gaspe-
daal. Dit helpt het benzineverbruik te beperken.

Rijden op de snelweg

Rijd met een constante snelheid. Neem als u ergens moet stoppen
de tijd voor het loslaten van het gaspedaal en trap rustig het rempe-
daal in. Er kan meer elektrische energie worden geregenereerd tij-
dens het decelereren.

Airconditioning

Maak alleen gebruik van de airconditioning als dat nodig is. Dit
helpt het benzineverbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge temperaturen de recirculatiemodus.
Dit beperkt de belasting van de airconditioning en vermindert ook
het brandstofverbruik.
In de winter: De benzinemotor wordt pas automatisch uitgescha-
keld als de benzinemotor en het interieur warm zijn en verbruikt dus
brandstof. Het brandstofverbruik kan worden verminderd door over-
matig gebruik van de verwarming te vermijden.

Controle van bandenspanning

Controleer de bandenspanning regelmatig. Een onjuiste banden-
spanning kan leiden tot een hoog brandstofverbruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving veroorzaken en kunnen, als ze
worden gebruikt op droge wegen, dus ook een hoger verbruik ver-
oorzaken. Gebruik banden die geschikt zijn voor het seizoen.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 346 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

347

4-7. Rijtips

UK AURIS_HV_HB_EE

4

Rij
den

Bagage

Zware bagage leidt tot een hoger brandstofverbruik. Neem geen
onnodige bagage mee. Ook een groot imperiaal leidt tot een hoger
brandstofverbruik.

Opwarmen voor het rijden

Opwarmen van de motor is niet nodig, omdat de benzinemotor als
hij koud is automatisch start en weer wordt uitgeschakeld. Als vaak
korte afstanden worden gereden, warmt de motor herhaaldelijk op
en ook dat kan leiden tot een hoger brandstofverbruik.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 347 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

348

4-7. Rijtips

UK AURIS_HV_HB_EE

Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandighe-
den.

• Motorolie
• Koelvloeistof motor/vermogensregeleenheid
• Ruitensproeiervloeistof

Laat de toestand van de 12V-accu controleren door een monteur.

Laat winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen aan.

Controleer of alle banden dezelfde maat hebben en van hetzelfde merk
zijn en controleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn voor de banden-
maat van uw auto.

Voer, afhankelijk van de omstandigheden, de volgende handelingen
uit:

Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de
ruitenwissers niet aan als deze vastgevroren zijn. Giet warm water
over het bevroren gedeelte om het ijs te laten smelten. Veeg het
water direct weg om te voorkomen dat het bevriest.

Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor
de voorruit om zeker te kunnen zijn van een juiste werking van de
aanjager van het airconditioningsysteem.

Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de ver-
lichting aan de buitenzijde, op het dak, op het chassis, rond de ban-
den of op de remmen, en verwijder deze indien dat het geval is.

Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen
voordat u in de auto stapt.

Rijden in de winter

Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorbe-
reidingen en voer de benodigde controles uit. Pas uw rijgedrag
altijd aan de actuele weersomstandigheden aan.

Voorbereiding voor de winter

Voordat u met de auto gaat rijden

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 348 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

349

4-7. Rijtips

UK AURIS_HV_HB_EE

4

Rij
den

Verhoog de snelheid geleidelijk, houd een veilige afstand tussen u en
uw voorligger en pas de snelheid aan aan de conditie van de weg.

Parkeer de auto en zet de selectiehendel in stand P, maar activeer de
parkeerrem niet. De parkeerrem kan vastvriezen en bij het deactive-
ren niet vrij komen. Blokkeer bij het parkeren van de auto de wielen
zonder de parkeerrem te gebruiken.
Het niet in acht nemen hiervan kan gevaarlijk zijn omdat de auto
onverwacht in beweging kan komen, hetgeen kan leiden tot een
ongeval.

Gebruik de juiste maat sneeuwkettingen.
De maat van de sneeuwkettingen is afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting:

diameter 3 mm
breedte 10 mm
lengte 30 mm

Dwarsketting:

diameter 4 mm
breedte 14 mm
lengte 25 mm

De wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen
verschilt per land en per soort weg. Stel u op de hoogte van lokale
voorschriften alvorens sneeuwkettingen te monteren.

17 inch banden

Op 225/45R17 banden kunnen geen sneeuwkettingen worden gemonteerd.

Monteren van sneeuwkettingen

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het monteren en verwij-
deren van sneeuwkettingen:

Monteer en verwijder de sneeuwkettingen op een veilige locatie.

Monteer de sneeuwkettingen op de voorwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de achterwielen.

Tijdens het rijden

Bij het parkeren

Sneeuwkettingen kiezen (15- en 16-inch-banden)

1
2
3

4
5
6

Wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 349 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

350

4-7. Rijtips

UK AURIS_HV_HB_EE

Plaats de sneeuwkettingen zo strak mogelijk om de voorwielen. Zet de
sneeuwkettingen opnieuw vast nadat u 0,5

1,0 km hebt gereden.

Monteer de sneeuwkettingen volgens de meegeleverde gebruiksaanwijzing.

WAARSCHUWING

Rijden met winterbanden

Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.

Gebruik winterbanden met de voorgeschreven maat.

Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.

Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de snelheidsli-
miet die geldt voor de gebruikte winterbanden.

Monteer winterbanden op alle wielen.

Rijden met sneeuwkettingen

Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig letsel het gevolg zijn.

Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van welke snel-
heid de laagste is.

Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.

Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.

Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat u
zeker weet dat de auto bestuurbaar blijft.

OPMERKING

Repareren of vervangen van winterbanden (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)

Laat winterbanden repareren of vervangen door een Toyota-dealer of door
een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk invloed op de
werking van de bandenspanningssensoren en -zenders.

Monteren van sneeuwkettingen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)

Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, werken de bandenspanningssen-
soren en -zenders mogelijk niet goed.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 350 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

352

UK AURIS_HV_HB_EE

5-1. Basishandelingen

Auto's met audiosysteem

Auto's met navigatie-/multimediasysteem

Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem
voor meer informatie indien uw auto is uitgerust met een navigatie-/
multimediasysteem.

Gebruik van mobiele telefoons

Mobiele telefoons kunnen storingen veroorzaken die hoorbaar zijn via de
luidsprekers als het audiosysteem ingeschakeld is.

Over Bluetooth

®

Het Bluetooth-beeldmerk en -logo zijn eigendom van Bluetooth SIG. en er is
door Panasonic Corporation toestemming verleend voor het gebruik van het
handelsmerk. Overige handelsmerken en -namen zijn eigendom van ver-
schillende eigenaren.

Soorten audiosystemen

: Indien aanwezig

OPMERKING

Voorkomen van ontlading van de 12V-accu

Laat, als het hybridesysteem is uitgeschakeld, het audiosysteem niet langer
ingeschakeld dan noodzakelijk is.

Voorkomen van schade aan het audiosysteem

Mors geen drank of ander soort vloeistof over het audiosysteem.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 352 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

353

5-1. Basishandelingen

UK AURIS_HV_HB_EE

5

Audiosysteem

Volumetoets:

• Indrukken: verhogen/verla-

gen van het volume

• Ingedrukt houden: Volume

onafgebroken verhogen/ver-
lagen

Radio geselecteerd:

• Indrukken: selecteren van

een radiozender

• Ingedrukt houden: omhoog/

omlaag zoeken

CD-, MP3/WMA-disc-, Bluetooth

®

-, iPod- of USB-modus:

• Indrukken: selecteren van een nummer/bestand
• Ingedrukt houden: selecteren van een map of album (MP3/

WMA-disc, Bluetooth

®

, iPod of USB)

Toets MODE:

• Indrukken: inschakelen van het systeem, selecteren van een

audiobron

• Ingedrukt houden: het geluid van de actuele weergave wordt

gedempt of de actuele weergave wordt onderbroken. Houd de
toets nogmaals ingedrukt om het dempen of onderbreken onge-
daan te maken.

Stuurwieltoetsen audiosysteem

Sommige functies van het audiosysteem kunnen worden
bediend met behulp van de toetsen op het stuurwiel.
De werking kan verschillen afhankelijk van het type audio- of
navigatiesysteem. Raadpleeg de handleiding van het audio- of
navigatiesysteem voor meer informatie.

Bedienen van het audiosysteem met de stuurwieltoetsen

1

2

3

WAARSCHUWING

Beperk de kans op ongevallen

Neem bij het bedienen van de toetsen op het stuurwiel de nodige voorzich-
tigheid in acht.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 353 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

354

5-1. Basishandelingen

UK AURIS_HV_HB_EE

iPod

Open het afdekkapje door erop
te drukken en sluit een iPod
aan met behulp van een iPod-
kabel.

Als de iPod niet is ingeschakeld,
schakel deze dan alsnog in.

USB-geheugen

Open het afdekkapje door erop te drukken en sluit een USB-geheu-
gen aan.

Als het USB-geheugen niet is ingeschakeld, schakel dit dan alsnog in.

Draagbare audiospeler

Open het afdekkapje door erop te drukken en sluit een draagbare
audiospeler aan.

Als de draagbare audiospeler niet is ingeschakeld, schakel deze dan
alsnog in.

AUX-aansluiting/USB-aansluiting

Sluit een iPod, USB-geheugen of draagbare audiospeler aan op
de AUX/USB-aansluiting zoals hieronder aangegeven. Druk op
de toets MODE om iPod, USB of AUX te selecteren.

Aansluiten via de AUX-aansluiting/USB-aansluiting

WAARSCHUWING

Tijdens het rijden

Sluit geen apparaat aan en bedien het apparaat niet.

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 354 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

355

UK AURIS_HV_HB_EE

5

Audiosysteem

5-2. Gebruik van het audiosysteem

Geeft de huidige functie weer
Wijzigt de volgende instellingen

• Geluidskwaliteit en balans
• Voor een optimaal geluid

kunnen de geluidskwaliteit
en balans worden gewijzigd.

• Automatische geluidsregeling aan/uit (

Blz. 356)

Selecteren van een modus

Wijzigen van geluidskwaliteitsinstellingen

Druk op de toets SETUP ENTER.

Druk op de toets <SELECT of TUNE> om “Sound Settings”
(geluidsinstellingen) te selecteren.

Druk op de toets SETUP ENTER.

Druk op de toets <SELECT of TUNE> om de gewenste modus te
selecteren.
“Bass”, “Treble”, “Fader”, “Balance” of “ASL”

Druk op de toets SETUP ENTER.

Optimaal gebruikmaken van het

audiosysteem

De geluidskwaliteit (hoge tonen/bas) en balans kunnen worden
afgesteld.

1
2

Gebruik van toonregeling en geluidsverdeling

3

1

2

3

4

5

AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 355 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Была ли эта страница вам полезна?
Да!Нет
5 посетителей считают эту страницу полезной.
Большое спасибо!
Ваше мнение очень важно для нас.

Нет комментариевНе стесняйтесь поделиться с нами вашим ценным мнением.

Текст

Политика конфиденциальности