Toyota Auris Hybrid Touring Sports (2018). Manual in Dutch — 11

6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
429
Stoelverwarming
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig wanneer iemand uit onderstaande categorieën in con-
tact komt met de stoelen wanneer de stoelverwarming is ingeschakeld:
• Baby's, kleine kinderen, oudere personen, zieken en gehandicapten
• Personen met een gevoelige huid
• Personen die oververmoeid zijn
• Personen die alcohol hebben gedronken of personen die rustgevende
medicijnen
(slaapmiddel, middel tegen verkoudheid, enz.) hebben
gebruikt
Neem, om de kans op lichte brandwonden of oververhitting te beperken,
de volgende voorzorgsmaatregelen in acht
• Bedek de stoel niet met een kleed of kussen als de stoelverwarming in
gebruik is.
• Gebruik de stoelverwarming niet langer dan noodzakelijk is.
OPMERKING
Plaats geen zware voorwerpen met een ongelijkmatig oppervlak op de
stoel en leg geen scherpe voorwerpen (naalden, punaises, enz.) op de
stoel.
6
Gebruik de functies niet wanneer het hybridesysteem niet is ingeschakeld,
om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt.
Druk op de schakelaar.
1
Hoge temperatuur
2
Lage temperatuur
Het controlelampje gaat branden
wanneer de toets is ingedrukt.
De stoelverwarming kan worden gebruikt wanneer het contact AAN staat.
Zet de schakelaar in de neutrale stand wanneer de stoelverwarming niet
wordt gebruikt. Het controlelampje dooft.
: Indien aanwezig
430
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting
1
Make-upverlichting (indien aanwezig) (→Blz. 431)
2
Interieurverlichting voor/leeslampjes voor (→Blz. 431, 432)
3
Selectiehendelverlichting
4
Interieurverlichting achter (indien aanwezig) (→Blz. 431)
Leeslampje achter (indien aanwezig) (→Blz. 432)
5
Startknopverlichting
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
431
Interieurverlichting
Voor
1
Stand DOOR
2
Uit
Achter (indien aanwezig)
1
Aan
2
Stand DOOR
3
Uit
6
Make-upverlichting (indien aanwezig)
1
Aan
2
Uit
432
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Leeslampjes
Voor
Aan/uit
Wanneer de verlichting brandt
nadat deze door de bijbeho-
rende portierkoppelingsschake-
laar is ingeschakeld, gaat deze
niet uit, zelfs niet wanneer op
het afdekkapje wordt gedrukt.
Achter (indien aanwezig)
Aan/uit
Wanneer de interieurverlichting
vóór brandt nadat deze door de
bijbehorende portierkoppelings-
schakelaar is ingeschakeld,
gaat deze niet uit, zelfs niet
wanneer op het afdekkapje
wordt gedrukt.
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
433
Instapverlichting
Als de schakelaar van de interieurverlichting in de stand DOOR staat, worden
de interieurverlichting en startknopverlichting automatisch in-/uitgeschakeld
op basis van de stand van het contact en de aanwezigheid van de elektroni-
sche sleutel, ongeacht of de portieren vergrendeld/ontgrendeld zijn en of de
portieren geopend/gesloten zijn.
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Als de volgende verlichting blijft branden nadat het contact UIT is gezet, gaat
de verlichting na 20 minuten automatisch uit:
Leeslampjes/interieurverlichting
Bagageruimteverlichting
Make-upverlichting (indien aanwezig)
Persoonlijke voorkeursinstellingen die bij een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige kunnen worden geconfigureerd
De instellingen (bijv. de tijd die verstrijkt voordat de verlichting uitgaat) kun-
nen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
→Blz. 616)
6
434
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden
1
Extra opbergvakken
4
Bekerhouders
(indien aanwezig)
(indien aanwezig)
(→Blz. 438)
(→Blz. 437)
2
Dashboardkastje (→Blz. 435)
5
Consolevak
(→Blz. 435)
3
Fleshouders
(→Blz. 436)
WAARSCHUWING
Laat geen brillen, aanstekers of spuitbussen in de opbergvakken liggen.
Als u dat wel doet, kan dat bij hoge temperaturen leiden tot het volgende:
• Brillen kunnen vervormen als de temperatuur in de auto te hoog oploopt
of barsten als ze in contact komen met andere voorwerpen.
• Aanstekers en spuitbussen kunnen exploderen. Als ze in contact
komen met andere voorwerpen, kunnen aanstekers vlam vatten en
kunnen spuitbussen gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
Houd de deksels gesloten tijdens het rijden of als de opbergvakken niet in
gebruik zijn.
Bij plotseling remmen of uitwijken kan letsel ontstaan doordat een inzit-
tende wordt geraakt door de open klep of door voorwerpen in het opberg-
vak.
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
435
Dashboardkastje
Trek de hendel omhoog om het
dashboardkastje te openen.
De verlichting van het dashboardkastje gaat branden als de achterlichten
branden.
Consolevak
Consolevak
Bovenste vak
6
Trek de knop aan de rechterzijde Trek de knop aan de linkerzijde
omhoog en til het deksel op.
omhoog en til het deksel op.
Het deksel van het achterste deel van de
middenconsole kan naar voren of naar
achteren worden geschoven. (met schuif-
functie)
436
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Fleshouders
Voor
Achter
Sluit de kap als er een fles wordt opgeborgen.
De fles kan mogelijk niet worden opgeborgen als gevolg van de grootte of
vorm ervan.
WAARSCHUWING
Zet niets anders dan flessen in de fleshouders.
Andere voorwerpen kunnen bij een aanrijding of sterk afremmen naar bui-
ten worden geslingerd en letsel veroorzaken.
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
437
Bekerhouders
Voor
Achter (indien aanwezig)
Het inzetstuk voor de bekerhouders voor
kan worden verwijderd, zodat het kan
worden schoongemaakt.
De bekerhouders voor kunnen worden
afgesteld op het juiste formaat voor een
beker of blikje door de positie van het
6
inzetstuk te wijzigen.
WAARSCHUWING
Zet niets anders in de bekerhouders dan bekers of blikjes.
Andere voorwerpen kunnen bij een ongeval of plotseling remmen naar bui-
ten worden geslingerd en letsel veroorzaken. Dek indien mogelijk warme
dranken af om verbranding te voorkomen.
438
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Extra opbergvakken
Type A (indien aanwezig)
Type B
Druk op het deksel om het te ope- Trek aan de lip om het vak te
nen.
openen.
WAARSCHUWING
Houd de extra opbergvakken gesloten. Bij plotseling remmen of uitwijken
kan letsel ontstaan doordat een inzittende wordt geraakt door een open-
staand extra opbergvak of door items die erin zijn opgeborgen.
Alleen type A: Berg geen voorwerpen op die zwaarder zijn dan 0,2 kg.
Zwaardere voorwerpen kunnen ervoor zorgen dat het extra opbergvak
opengaat, waardoor het voorwerp naar buiten kan vallen en letsel kan ver-
oorzaken.
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
439
Voorzieningen in de bagageruimte
Bagageogen
Klap de haken omhoog om ze te
gebruiken.
In de bagageruimte zijn haken
aanwezig waaraan de bagage kan
worden vastgezet.
WAARSCHUWING
Klap, om letsel te voorkomen, de bagagehaken in de ruststand als ze niet
worden gebruikt.
Tashaken
6
OPMERKING
Hang geen voorwerpen zwaarder dan 4 kg aan de tashaken.
440
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Middelste afdekplaten en opbergvak (indien aanwezig)
Middelste afdekplaat voor
Til de middelste afdekplaat voor
omhoog om het opbergvak te
gebruiken.
Middelste afdekplaat achter
Hoogste stand
Til de middelste afdekplaat ach-
ter omhoog om het opbergvak
eronder te gebruiken.
Laagste stand
Til de middelste afdekplaat
1
achter omhoog en trek hem
naar u toe om hem los te
maken.
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
441
2
Plaats de middelste afdek-
plaat achter op de afdekking
van de bagageruimtevloer.
Verwijder de middelste afdekplaten en het opbergvak.
Middelste afdekplaat voor
Til de middelste afdekplaat voor
omhoog en trek hem naar u toe
om hem te verwijderen.
Middelste afdekplaat achter
6
Til de middelste afdekplaat ach-
ter omhoog en trek hem naar u
toe om hem te verwijderen.
442
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Opbergvak
1
Verwijder de middelste afdekplaat voor en achter.
2
Til het opbergvak omhoog en
trek het naar u toe om het te
verwijderen.
WAARSCHUWING
Plaats niets op de middelste afdekplaten wanneer u de afdekplaat
bedient. Anders kunnen uw vingers bekneld raken of kan een ongeval ont-
staan met letsel als gevolg.
Rijd niet als de middelste afdekplaten geopend zijn. Er kunnen voorwer-
pen uit vallen, waardoor inzittenden letsel kunnen oplopen.
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
443
Extra opbergvakken
Type A
Type B
Trek de afdekplaten aan de zij-
kant omhoog.
WAARSCHUWING
Alleen type B: Rijd niet als de afdekplaten aan de zijkanten geopend zijn. Er
kunnen voorwerpen uit vallen, waardoor inzittenden letsel kunnen oplopen.
6
444
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Bagageafdekking
Gebruik van de bagageafdekking
Trek de bagageafdekking naar
buiten en maak deze vast aan
de bevestigingspunten.
Verwijderen van de bagageafdekking
Druk beide zijden van de baga-
geafdekking in en til hem
omhoog.
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
445
Openen van de bagageafdekking
De bagageafdekking kan niet alleen volledig worden teruggerold, maar ook
tijdelijk worden opgetild zodat de bagageruimte beter toegankelijk is.
Terugrollen: Trek de bagageafdekking
naar achter en naar beneden om hem
los te maken van de bevestigingspun-
ten, en laat hem terugrollen.
Tijdelijk optillen: Trek de bagageafdek-
king iets naar u toe en til langs in de
groef.
6
446
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
WAARSCHUWING
Bij het plaatsen van de bagageafdekking
Controleer of de bagageafdekking veilig geplaatst is. Als dit niet het geval
is, kunnen de inzittenden bij plotseling remmen of een aanrijding ernstig let-
sel oplopen.
Gebruik van de bagageafdekking
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als er met de auto wordt
gereden terwijl de bagageafdekking omhoog staat, wordt het zicht van de
bestuurder belemmerd, waardoor een aanrijding en ernstig letsel kunnen
ontstaan.
Zorg er bij het sluiten van de bagageafdekking voor dat het linker en rech-
ter haakje goed vastzitten aan de bevestigingspunten. Als de haakjes niet
goed vastzitten, kunnen ze losraken, waardoor de bagageafdekking
omhoog kan springen.
Gebruik de bagageafdekking niet wanneer u bagage vervoert die hoger is
dan de bagageafdekking. Anders kunnen de haakjes losraken, waardoor
de bagageafdekking omhoog kan springen.
Rijd niet met de auto als de bagageafdekking omhoog staat.
Waarschuwing met betrekking tot de bagageafdekking
Leg geen voorwerpen op de bagageafdekking om ernstig letsel te voorko-
men.
Laat kinderen niet op de bagageafdekking klimmen. Dit kan leiden tot
beschadiging van de bagageafdekking, en mogelijk tot ernstig letsel bij het
kind.
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
447
Scheidingsnet (indien aanwezig)
Gebruik van het scheidingsnet
Voor
1
Klap de rugleuningen achter omlaag. (→Blz. 209)
2
Maak het scheidingsnet vast
aan de bevestigingspunten
op de rechter rugleuning.
Schuif het scheidingsnet,
zodra het goed vastzit, naar
links.
3
Open de klepjes van de
bevestigingspunten
aan
beide zijden.
6
Trek het net naar buiten,
4
druk de linker en rechter
haakjes in en maak ze vast
aan de bevestigingspunten.
Als het net langzaam naar bui-
ten wordt getrokken, kan het
halverwege vergrendelen. Om
het net helemaal naar buiten te
kunnen trekken, moet u het
eerst iets laten terugrollen en
vervolgens weer naar buiten
trekken.
448
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Achter
Maak het scheidingsnet ach-
1
ter de achterstoelen vast aan
de bevestigingspunten aan
de zijkant.
Als het scheidingsnet goed vast-
zit, zijn de ontgrendelknoppen
ingedrukt en is de rode marke-
ring aan de zijkant van de knop
niet zichtbaar.
Open de klepjes van de
2
bevestigingspunten aan
beide zijden.
Trek het net naar buiten,
3
druk de linker en rechter
haakjes in en maak ze vast
aan de bevestigingspunten.
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
449
Verwijderen van het scheidingsnet
Voor
Schuif het scheidingsnet naar
rechts om de bevestigingen los
te maken en til het omhoog.
Nadat het scheidingsnet is ver-
wijderd, moeten de rugleu-
ningen van de achterstoelen
weer in de oorspronkelijke posi-
tie worden teruggezet.
Achter
Druk de ontgrendelknoppen
links en rechts in en til het
scheidingsnet omhoog.
6
Halverwege vergrendelen van het scheidingsnet indien naar buiten
getrokken
Het scheidingsnet is ontworpen om halverwege te worden vergrendeld, op
een lengte die geschikt is voor gebruik achter, mits langzaam naar buiten
getrokken. (Als het scheidingsnet snel naar buiten wordt getrokken, kan het
helemaal naar buiten worden getrokken.)
Ontgrendelen: Laat het net iets terugrollen en trek het vervolgens weer naar
buiten.
450
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
WAARSCHUWING
Bij het plaatsen van het scheidingsnet
Controleer of het scheidingsnet goed geplaatst is. Als dit niet het geval is,
kunnen de inzittenden bij plotseling remmen of een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
Bij het gebruik van het scheidingsnet
Controleer of de haken op de juiste
manier vastzitten in de bevestigingspun-
ten. Als dit niet het geval is, kunnen de
inzittenden bij plotseling remmen of een
aanrijding ernstig letsel oplopen.
Voorzorgsmaatregelen bij het vervoer van goederen
Het scheidingsnet is niet ontworpen om de passagiers en de bestuurder te
beschermen tegen goederen die in de bagageruimte worden vervoerd en
kunnen losraken. Goederen moeten altijd goed worden vastgemaakt, zelfs
wanneer het scheidingsnet wordt gebruikt.
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
451
Overige voorzieningen in het interieur
Zonnekleppen
Klap de zonneklep omlaag om
1
deze in de vooruitgerichte
stand te zetten.
Klap de zonneklep omlaag,
2
maak de klep los en draai deze
naar de zijkant om de zonne-
klep in de zijdelingse stand te
zetten.
Make-upspiegels
Open de klep.
6
452
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Klok
De klok kan worden ingesteld door op de toetsen te drukken.
1
Instellen van de uren
2
Instellen van de minuten
De klok wordt weergegeven als het contact in stand ACC of AAN staat.
Wanneer de 12V-accupolen zijn losgenomen en weer aangesloten, zal de
klok automatisch 1:00 aangeven.
Uitneembare asbak (indien aanwezig)
De asbak kan in een bekerhouder
worden geplaatst. (→Blz. 437)
WAARSCHUWING
Houd de asbak gesloten wanneer deze niet wordt gebruikt.
Anders kunt u in geval van een aanrijding of plotseling sterk afremmen of
uitwijken letsel oplopen.
Zorg ervoor om brand te voorkomen dat lucifers en sigaretten volledig
gedoofd zijn voordat u ze in de asbak stopt en controleer of de asbak
geheel gesloten is.
Stop om brand te voorkomen geen papier of ander licht ontvlambaar
materiaal in de asbak.
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
453
Accessoireaansluitingen
Voor en achter: Gebruik deze als voeding voor elektronische acces-
soires die minder dan 12 V/10 A verbruiken (stroomverbruik van 120
W).
Zorg er bij het gebruik van elektronische accessoires voor dat het
stroomverbruik van alle aangesloten accessoireaansluitingen lager is
dan 120 W.
Bagageruimte: Gebruik deze als voeding voor elektronische accessoi-
res die minder dan 12 V/10 A verbruiken (stroomverbruik van 120 W).
Voor
Achter
Open de klep.
Open de klep.
6
Bagageruimte
Open de klep.
De accessoireaansluiting kan worden gebruikt wanneer het contact in stand
ACC of AAN staat.
454
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
OPMERKING
Sluit de accessoireaansluiting af met het kapje als de aansluiting niet in
gebruik is, om schade aan de accessoireaansluiting te voorkomen.
Vreemde voorwerpen of vloeistoffen die in de accessoireaansluiting
terechtkomen, kunnen kortsluiting veroorzaken.
Gebruik de accessoireaansluiting niet langer dan noodzakelijk is als het
hybridesysteem niet is ingeschakeld, om te voorkomen dat de 12V-accu
ontladen raakt.
Armsteun (indien aanwezig)
Klap de armsteun omlaag om
deze te kunnen gebruiken.
OPMERKING
Plaats geen al te zware last op de armsteun om schade aan de armsteun te
voorkomen.
Handgrepen
Een handgreep aan het dak kan
ter ondersteuning van uw lichaam
worden gebruikt wanneer u zit.
WAARSCHUWING
Gebruik de handgreep niet bij het in- of uitstappen of bij het opstaan vanaf
uw zitplaats.
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
455
OPMERKING
Belast de handgreep niet overmatig, om beschadiging van de handgreep te
voorkomen.
Kledinghaakjes
De handgrepen achter zijn voor-
zien van kledinghaakjes.
WAARSCHUWING
Hang geen kleerhangers, harde voorwerpen of voorwerpen met scherpe
punten aan het kledinghaakje. Als de curtain airbags geactiveerd worden,
kunnen deze voorwerpen projectielen worden en ernstig letsel veroorzaken.
6
Zonnescherm panoramadak
Het zonnescherm van het panoramadak kan met behulp van de scha-
kelaar in de dakconsole worden geopend en gesloten.
1
Sluiten
2
Automatisch volledig sluiten
(ingedrukt houden)*
3
Openen
4
Automatisch volledig openen
(ingedrukt houden)*
*: Wanneer op een zijde van de
schakelaar wordt gedrukt, stopt het
panoramadak in een tussenstand.
456
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Het zonnescherm van het panoramadak kan worden bediend als
Het contact AAN staat.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten een object bekneld raakt tussen het zonnescherm van
het panoramadak en het frame, stopt de beweging en wordt het zonne-
scherm weer iets geopend.
Als het zonnescherm van het panoramadak niet automatisch opent/sluit
Druk op de zijde OPEN van de schakelaar om het zonnescherm van het
1
panoramadak te openen.
Houd de zijde OPEN van de schakelaar ingedrukt tot het zonnescherm van
2
het panoramadak volledig is geopend en vervolgens een klein stukje sluit.
Controleer na het voltooien van deze procedure of de automatische open-/
sluitfunctie beschikbaar is.
Laat, wanneer de automatische open-/sluitfunctie niet goed werkt, de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Sluiten van het zonnescherm van het panoramadak
Controleer of geen van de inzittenden een lichaamsdeel naar buiten steekt
dat bekneld zou kunnen raken als het zonnescherm van het panoramadak
wordt bediend.
Laat het zonnescherm van het panoramadak niet bedienen door kinderen.
Het bekneld raken tussen het dak en het zonnescherm van het panorama-
dak kan ernstig letsel veroorzaken.
De bestuurder dient kinderen te vertellen dat ze het zonnescherm van het
panoramadak niet moeten bedienen.
Klembeveiliging
Gebruik geen lichaamsdelen om de klembeveiliging opzettelijk te active-
ren.
Het is mogelijk dat de klembeveiliging niet meer werkt als het zonne-
scherm van het panoramadak bijna gesloten is.
457
Onderhoud en verzorging
7
7-1.
Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur
van uw auto
458
Reinigen en beschermen
van het interieur
van uw auto
462
7-2.
Onderhoud
Onderhoud en reparatie
465
7-3.
Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
bij zelf uit te voeren
onderhoud
468
Motorkap
470
Plaatsen van een
garagekrik
472
Motorruimte
473
12V-accu
480
Banden
485
Bandenspanning
502
Velgen
504
Interieurfilter
506
Batterij elektronische
sleutel
508
Controleren en
vervangen van
zekeringen
511
Lampen
516
458
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van het exterieur
van uw auto
Voer het volgende uit om uw auto te beschermen en in perfecte
staat te houden:
● Spoel de auto van boven naar beneden af met veel water en verwij-
der zo vuil en stof van de carrosserie, uit de wielkasten en van de
onderkant van de auto.
● Was de auto met een spons of een zachte doek (bijv. een zeem-
lap).
● Verwijder hardnekkige vlekken met een autowasmiddel en spoel
grondig af met water.
● Veeg overtollig water weg.
● Wanneer het water niet meer in druppels op de lak blijft liggen,
moet de auto opnieuw in de was worden gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosserie is afgekoeld.
Wassen in de wasstraat
Zorg ervoor dat de buitenspiegels zijn ingeklapt voordat u van een was-
straat gebruikmaakt. Begin met wassen vanaf de voorzijde van de auto.
Klap de spiegels weer uit voordat u gaat rijden.
Sommige borstels in wasstraten kunnen krassen veroorzaken, waardoor de
lak van uw auto wordt beschadigd.
Hogedrukreinigers
Zorg ervoor dat de sproeiers van de wasstraat zich zo ver mogelijk bij de
ruiten vandaan bevinden.
Controleer voordat u de wasstraat gebruikt of de tankdopklep van uw auto
goed gesloten is.
7-1. Onderhoud en verzorging
459
Bij gebruik van een wasstraat (auto's met Smart entry-systeem en start-
knop)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de auto als u de auto
wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
Schakel de batterijspaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schakelen. (→Blz. 142)
Lichtmetalen velgen
Verwijder vuil onmiddellijk met een neutraal reinigingsmiddel.
Spoel het reinigingsmiddel direct na het gebruik weg met water.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de lak tegen bescha-
diging te beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkalische middelen of schuurmiddelen
• Gebruik geen harde borstels
• Reinig de velgen niet met reinigingsmiddelen als de velgen, bijvoorbeeld
na het rijden of stilstaan bij warm weer, nog warm zijn
Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
WAARSCHUWING
Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte komt. Anders kunnen de elektri-
sche componenten, enz. vlam vatten.
7
460
7-1. Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Bij het wassen van de voorruit (auto's met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in de
stand OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in de
UIT
stand AUTO staat, kunnen de
ruitenwis-
sers in de volgende gevallen onver-
wacht in werking treden. Hierdoor
kunnen uw handen bekneld raken en
kunt u ernstig letsel oplopen, en hier-
door kunnen de ruitenwisserbladen
beschadigd raken.
• Wanneer het bovenste deel van de voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
• Wanneer een natte doek of iets dergelijks in de buurt van de regensen-
sor wordt gehouden
• Als iets tegen de voorruit stoot
• Als u het regensensorhuis aanraakt of als iets in aanraking komt met de
regensensor
Montageplaats van de sensor voor op de voorruit: →Blz. 290
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaatpijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpijp niet aan totdat deze voldoende
is afgekoeld, aangezien het aanraken van een hete uitlaatpijp brandwonden
kan veroorzaken.
7-1. Onderhoud en verzorging
461
OPMERKING
Aantasting van de lak en corrosie van de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorkomen
Was de auto zo spoedig mogelijk:
• Na het rijden in een kustgebied
• Na het rijden over gepekelde wegen
• Als er zich teer of boomsappen op de lak bevinden
• Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de lak bevinden
• Na het rijden in gebieden waar sprake is van veel rook, stof, ijzerdeel-
tjes of chemische stoffen
• Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
• Als er brandstof op de lak is gemorst
Als de lak is geschilferd of bekrast, laat deze dan direct herstellen.
Verwijder vuil van de velgen en berg ze op een droge plaats op om te
voorkomen dat de velgen tijdens de opslag gaan corroderen.
Schoonmaken van de verlichting aan de buitenzijde
Was deze met de nodige voorzichtigheid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af met een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen beschadigen.
Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
Voorkomen van beschadiging van de ruitenwisserarmen voor
Trek eerst de ruitenwisserarm aan de bestuurderszijde omhoog en daarna
die aan de passagierszijde. Begin, als u de ruitenwisserarmen weer in hun
oorspronkelijke stand terugzet, aan de passagierszijde.
Wassen in een wasstraat (auto's met ruitenwissers met regensensor)
7
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in werking treden waardoor de ruitenwisserbladen beschadigd kunnen
raken.
Reinigen met een hogedrukreiniger
Houd de sproeierkop uit de buurt van hoezen (rubberen of kunststof afdek-
kingen), stekkers of de volgende onderdelen. Wanneer onderdelen in aan-
raking komen met sterke waterstralen, kunnen ze beschadigd raken.
• Aan tractie gerelateerde onderdelen
• Onderdelen stuurinrichting
• Onderdelen wielophanging
• Onderdelen remsysteem

Была ли эта страница вам полезна?
Да!Нет
4 посетителя считают эту страницу полезной.
Большое спасибо!
Ваше мнение очень важно для нас.

Нет комментариевНе стесняйтесь поделиться с нами вашим ценным мнением.

Текст

Политика конфиденциальности